Soldaten
ABC, zoals gezongen door zijn opa, die soldaat was in de oorlog
1914-1918
A
is de armoede die in dienst wordt geleden
B
zijn de belangen met voeten getreden
C
is de cantine, niet goed maar wel duur
D
zijn de ‘douwen’ die men krijgt ieder uur.
E
is het eten, het langzaam vergif
F
is de fourier met zijn chagrijnig gezicht
G
is de generaal waarvoor we staan te zweten
H
is het hol, de kazerne geheten
I
is de inspectie, waar men op straffen loert
J
is het jassen, zo donders beroerd
K
is de korporaal, de wasbaas der soldaten
L
is de levenslust, als men de dienst gaat verlaten
M
is de majoor, wiens neus is gekleurd rood
N
dat zijn de neutjes waardoor die kleur ontsproot
O
dat is de oorlog die we nooit zullen krijgen
P
is de prevoost, waar ik maar van zal zwijgen
R
is het recommanderen, dat men dagelijks moet verduren
S
is de soldaat, die alles moet bezuren
T
is het tuchthuis, voor ons altijd open
U
is het uniform waar wij dagelijks in lopen
V
zijn de vloeken die men dagelijks moet slikken
W
is de wanhoop waaronder men dreigt te stikken
IJ
is de ijver, die men zet aan de kant
Z
is de zegen van de burgerstand.
|