Mijn
mooiste jeugdboek kiezen is erg moeilijk, er zijn er zoveel waar ik
goede herinneringen aan heb.
Met het stijgen der jaren kwamen er eigenlijk steeds meer bij.
Net als half Tilburg begon ik op de Lagere School met de boekjes van
het
Jongensweeshuis, met name Puk en Muk natuurlijk.
Toen kwamen Arendsoog en Bas Banning. En nog
zoveel anderen.
Niet dat ik die allemaal had: ik kreeg één boek met Sinterklaas,
en één op mijn
verjaardag; en dat was het. Ik praat nu over de jaren vijftig. En
onze pa was ook maar een gewone textielarbeider, dus dat kon de
bruine niet trekken. Het overgrote deel leende in van de
bibliotheek.
Bij ons in de Heikant was er in het patronaat een bibliotheek, en
ook ging ik in de Goirkestraat naar de bibliotheek, die was
gevestigd in de Mulo-school (je moest de speelplaats over en links
in de hoek was de ingang).
Verder ruilde ik met mijn vrienden boeken, heel veel verloren
geraakt hierdoor, dit terzijde!
Maar alles wat ik gelezen had, verbleekte bij het ontdekken van de
"Bob
Evers"-serie geschreven door Willy v.d. Heide. Drie jongens, Bob Evers, Arie Roos, en Jan Prins, beleefden de meest
gevaarlijke, doldrieste, spannende avonturen, geschreven in een
vlotte en
humoristische stijl.
Geen flauw gedoe meer, zoals Arendsoog met zijn krompratende vriend
Witte
Veder, nee spanning en sensatie met Bob Evers.
Er zijn in de loop der jaren 32 delen van verschenen, allemaal met
een
schitterende stofomslag.
Ik heb ze allemaal gehad, maar ik ben ze in de loop der tijd ook
allemaal weer
kwijtgeraakt, op een of andere manier.
Ik denk dat ik ze weg heb gedaan omdat ze stukgelezen waren, of weg
heb
gegeven, jaren later, aan kleine neefjes.
Jaren later kwam ik ze weer tegen toen ze als pockets verschenen.
Dat wekte mijn belangstelling weer op en ik ben toen weer op zoek
gegaan
naar de originele banden met de stofomslag.
Nou ik niet alleen, bleek al snel, heel mijn generatie met mij.
Ja, er waren er nog genoeg te koop op boekenmarkten en bij
antiquariaten,
maar de prijzen waren iets gestegen!
Van 50 gulden tot 100 gulden per stuk (voor de moeilijke nummers),
dat vond
ik toch wel aan de wat hoge kant.
Vooral omdat ik al begonnen was met het verzamelen van de oude
uitgaven van het R.K.Jongensweeshuis, en dat loopt ook flink in de
papieren, ben ik daar maar niet aan begonnen, maar heb ze allemaal
nog wel eens herlezen, deze keer in de pocket uitgave, via de
bibliotheek.
Nee, niet de bibliotheek van de Heikant of het Goirke, maar die op
het
Koningsplein!
Maar naast boeken heb ik vanaf mijn jeugd ook heel veel strips
gelezen,
strips die ik nu al jaren verzamel.
Ik las gewoon alles wat los en vast zat, van het "Roomsche
Leven" voor de
prent van Cees Robben, tot "Eric de Noorman" in het
"Nieuwsblad van het Zuiden".
En "Eric de Noorman" is altijd mijn favoriete strip
geweest en gebleven.
Vroeger omdat de verhalen spannend waren, en later toen ik ontdekte
hoe
schitterend eigenlijk de tekeningen zijn.
Ook hier was het weer een toevallige ontdekking op een rommelmarkt
van een
oud deeltje van Eric die me weer terugbracht in de tijd, het was een
herontdekking , en ik besloot om te gaan proberen de hele serie weer
compleet te krijgen.
Dat is me gelukt, na vele bezoeken aan stripbeurzen en boekenmarkten
door
het gehele land, en de serie heeft een prominente plaats in mijn
verzameling.
Dat mag ook wel, want net als de eerder genoemde Bob Evers serie was
Eric ook flink in prijs gestegen, zeker sinds er een stripcatalogus
op de markt kwam, die iedere handelaar onder zijn kraam of toonbank
had liggen.
En bij iedere nieuwe uitgave hiervan (om de 4 of 5 jaar) waren de
prijzen
uiteraard weer gestegen.
Maar een hobby mag geld kosten, dus heb ik toch maar doorgezet
En dan te weten dat vroeger de boekjes 75 cent per deeltje waren.
Eerst kwam een nieuw verhaal in de krant, en daarna kwam het in
boekvorm
uit, ik zie me nog rijden naar de kiosk op de Heuvel om het nieuwe
deeltje te gaan kopen.
Nee, lenen bij de bibliotheek hoefde ik toen niet meer, want mijn
financiële situatie was door de komst van "zakgeld" flink verbeterd.
Ik denk ook niet dat ze in de bibliotheek werden aangeschaft, want
er
heerste een banvloek op strips.
Iedereen van mijn generatie die stiekem Dick Bos las, weet waar ik
het over
heb.
Nee, ik kocht de strips altijd op de genoemde kiosk op de Heuvel (de
andere helft van het gebouwtje was een bushuisje), ook was er een kiosk op
het
N.S.-station op de Spoorlaan, maar mijn favoriete plek was toch wel
een winkeltje op de splitsing Bredaseweg en de Korvelseweg, ik geloof
dat het de Zomerstraat was, een diep smal winkeltje (Ko de Laat
heeft het enige tijd geleden nog eens treffend omschreven in een van
zijn colums).
Daar lag alles broederlijk naast elkaar, Eric de Noorman, Kapitein
Rob, Tom
Poes, De onbekende Stille, Fred Penner, Kappie, noem maar op, en daar moest ik dan een keus
uit maken, met mijn paar
gulden zakgeld, de wereld is hard!!
Ik verzamel nog steeds strips met heel veel plezier, ik heb
geprobeerd mijn passie voor strips over te brengen op mijn kinderen, maar dat is
maar ten dele gelukt, met uitzondering van mijn oudste zoon, zou de rest het
liefst
de hele boel verpatsen!
Ik heb gezegd: over mijn lijk; nou daar wachten we dan wel op, was
het antwoord!
Maar misschien is er hoop bij mijn kleinkinderen, al zou ik ze op
deze
leeftijd niet graag een deeltje van Eric de Noorman in handen
geven,want het
gevaar bestaat dan wel dat ze het na een halfuur komen teruggeven
met alle zwart-wit plaatjes netjes ingekleurd!
|