Jan
Schellekens
Herinneringen
uit de Hoogvensestraat
Windhonderennen
en 'Daanse bij Fraans Jaanse'
Een
ander vermaak was het windhondenrennen op ‘de waai van boerke
Hooien’.
Een
schitterend schouwspel vonden wij dat. Op een vrij primitieve manier
was daar een installatie in elkaar geknutseld met fietswielen en
dergelijke waarmee een konijnenvelletje (denk ik) over het circuit
werd gesleept. De honden die daar rondliepen waren schitterende
dieren, alleen begrepen wij maar niet waarom die stomme beesten
telkens weer achter dat velletje aan wilden hollen en niet snapten
dat ze het toch niet te pakken kregen voor ze aan het einde van het
circuit waren.
De
rivaliteit was in hoge mate aanwezig en de spanning was er meestal
te snijden. Het ging er dikwijls fel aan toe, want behalve de eer om
als eerste te eindigen werden er ook weddenschappen afgesloten.
Daar
gingen nogal bedragen om. En dat ging boven onze pet en portemonnee
Het
was geen ‘daanse bij fraans jaanse’ maar daanse bij ‘Fransje
van de Pas’ de poelier.
Die
had achter zijn huis in de Hoogvensestraat een werkplaats waar
kippen en ander pluimvee werd geslacht. Mijn vader heeft daar nog
eens enkele dagen gewerkt. Maar dat was van korte duur.
‘Ik
moet kiepkes de nek om draaie’, zeetie, ‘en dč kan ik nie.’
Maar
wij hadden al wel gezien dat daar een leuke ruimte was om iets mee
te doen. Als het zou mogen van Fransje. Het zou een schitterend
ruimte zijn om als danszaal te gebruiken.
Nu
heb ik al eens aangehaald dat ome Kees Horvers bere-handig was als
het om allerlei technische toestanden ging.
Hij
had met een fietsdynamo en een houten schijf een heuse pick-up
gemaakt. Dat ging natuurlijk niet zo eenvoudig als ik het nu vertel.
Hebben we nu opnamekoppen op de platenspelers, vroeger waren er de
‘grammofoonnaalden’. Kleine koperen pinnetjes die je met een
stelschroefje in de kop kon zetten. En die je ook nog eens zelf
opnieuw kon slijpen. Als je handig was. Je begrijpt dat deze naalden
nogal een aanslag pleegden op de 78-toeren-platen van toen zodat je
bijna de onderkant kon horen.
Het
was in de tijd dat veel jongens terug kwamen uit Indië. Dan was er
feest in de buurt en dat mocht op straat gevierd worden. Er werden
trouwens allerlei gelegenheden gezocht om te feesten. Er werden
slingers gehangen, een bescheiden feestverlichting, en er was
muziek. Uiteraard met voornoemde pick-up en bijbehorende
geluidsinstallatie. En muziek van b.v. de Kilima Hawaians. Wie
herinnert zich niet `het paarden-hoofdstel aan de muur’.
En
met diezelfde apparatuur mochten we na lang bedelen `s zaterdags `s
avonds `bal` houden in de werkplaats van Fransje van de Pas. Op
voorwaarde dat we zelf de ruimte leeg maakten, de vloer schuurden,
de ramen min op meer blindeerden etc. En vooral na afloop de zaak
goed opruimden en de oorspronkelijke situatie herstelden.
Dat
laatste gaf nogal eens problemen want er zijn altijd en overal
spelbrekers die zich rap uit de voeten maakten als het op werken aan
kwam.
Een
van de voorwaarden was dat de buurt geen last zou hebben. Maar na
een buurtonderzoek bleek dat op ččn na iedereen het een leuk idee
vond. Die ene was zo`n overal voorkomende zeur die een hekel aan
jongelui had. Ondanks dat zij zelf een zoon en dochter van onze
leeftijd hadden. Die mochten dus duidelijk niet met ons meedoen. Wij
noemden haar `die grččze dúif`.
Wij
besloten toch het risico te nemen. Het eerste halfuur was het wel
even diep ademhalen om aan de stank te wennen, want die was
eigenlijk niet te harden, maar na enige tijd was je daar aan gewend.
Je moest wel speciale kleren aandoen want daar bleef wel een
luchtjes aan zitten.
Een
kleine 20 weken hebben we het volgehouden, tot op een gegeven moment
(`s zaterdags met kermis) `bijzondere wetten` op de klep viel.
Al
een aantal weken was er een klacht gekomen, steeds van dezelfde
familie. Omdat het maar ččn man was werd er eerst geen aandacht
aan besteed (volgens de ambtenaren) maar uiteindelijk konden zij er
niet meer omheen. Wij mochten de avond wel verder doen maar de lol
was er af.
Uiteraard
waren wij met zijn allen (20-25 man) zeer teleurgesteld en om
represailles te voorkomen dirigeerden de verstandigen onder ons de
hele meute naar de kermis waar wij met weinig geld in de knip toch
nog een gezellige avond hadden.
Al
met al was het een leuke periode en de komende weken was het even
wennen en zoeken naar vervangende bezigheden. Want in feite waren
wij de eerste generatie `hang jongeren`.
Maar
zo zie je maar dat men toen al mekaar het licht in de ogen niet
gunde.
|