Hondje
(2)
Hondje
heet Pampus
kregen
we er gratis bij
zijn
naam
veel
eer doet hij hem
niet
aan
Jas
Om
te flaneren
te
beschermen tegen kou
te
beschutten tegen regen
te
kleden voor de rouw
in
je zakken zou ik stoppen
alles
wat ik nodig heb
papier,
een pen
een
foto, een stem én
een
mobieltje
niemand
die het ziet
liefst
zou ik in je willen wonen
je
nooit meer uitdoen
Wind
Wind
waait wakker
blaast
kreukels uit wangen
strijkt
kraaienpootjes glad
zodat
ogen ‘t licht beter vangen
morgen
ga ik weer op pad
met
een stralend gezicht
de
wind is mijn vriend
mijn
facelift
Instinct
Hondje
hobbelt over het bospad
oren
flipflappen omhoog
stompje
staart doet dapper mee
kreeg
hij mee van vaders soort
driekwart
hoge dribbelpoten
snor
en ruige baard, heeft hij
van
zijn moeder
de
lieve bastaard.
Hij
kijkt naar rechts
dan
naar links
instincten
midden
op de weg
poot
omhoog
kopje
scheef
een
loopse teef
misschien
antennes
uit
klaar
voor de jacht
in
zijn neus een spoor van
fazant,
konijn of muis
wellicht.
Opgewonden
zoeft hij voort
driftig
snuit
aan de grond.
Het
maïsveld is zijn jachtgebied
een
hectare groot
het
gangenstelsel keurig recht
door
machines aangelegd
hondje
zigzagt verder -
het
laatste wat je hoort is ruis.
Uren
later komt hondje
uitgeraasd
beetje
verfomfaaid
vrolijk
kwispelend
gewoon
weer
thuis.
Hondje
(1)
Hondje
is
een schatje
altijd
even trouw
zit
hij op zijn matje
te
wachten
op
jou