Gedicht
eerst
waren deze regels nog open wit
die
mijn schrijfdrang wekten
en
woorden aan mijn geest ontlokten
en
nu zijn de regels vol met blauwe
rivieren
rivieren
van inkt uit mijn pen gevloeid
zij
maken letters, woorden en regels
deze
regels vormen een gedicht
een
gedicht dat open wit heeft gedicht
gedicht
met zijn woorden vol van geheimen
die
zullen worden ontsluierd door menige
geest
woorden
waarover ik niet langer macht bezit
zij
vormen zichzelf op het blanco papier
en
springen weg
hun
eigen zinnen vormend
en
witte de regels dichtend
want
niet de dichter dicht
dicht
de open regels
doch
de woorden zelf
dichten
het gedicht
en
als het gedicht is gedicht
zijn
de regels (ge)dicht
en
de duiding open
ook
dit gedicht is gedicht
en
daarom sluit ik nu mijn geest
mijn
pen
mijn
gedicht
deze
regel
dit
woord.
30-08-1982.
...
Als ‘n griffioen vol gramschap ...
Ik
ben als ‘n griffioen vol gramschap,
opgestaan
uit mijn dagelijkse tombe ...
ik
ben als ‘n zombie vol levendigheid,
ontwaakt
uit mijn eeuwig waken ...
ik
ben als ‘n ibis vol moedeloosheid,
ontsproten
aan ‘n cynische geest ...
ik
ben als ‘n mens vol spleen,
geboren
in ‘n wereld van nihilisme ...
maar
straks glibber ik als ‘n aal van
slijm,
door
‘t leven vol van zelfgenoegzaamheid
...
en
verblijd de mensheid met mijn
levenslange
ontoereikendheid ...
06-1991
Nooit
weten...
als
een sneltrein schiet een kalenderjaar
voorbij
als
een slak kruipen de seconden voort
en
vaak denk ik in één seconde meer
meer
dan in een heel uur ...
ik
ben net zo oud als alle sneltreinen
op
een vroege maandagmorgen
en
ik weet nog van gisteren en daarstraks
en
net nog ...
als
‘n lichtstraal schiet het leven heen
als
‘n eeuwig dralen blijft alleen de
herinnering
want
vaak denkt men terug
als
aan schimmen in de ochtendschemering
ik
ben zo jong als de bladeren aan de boom
als
de rijp op het gras
en
weet nog niet van morgen en straks
en
dadelijk ...
als
de herfst komt met zijn rukwinden
dan
zal ik nooit weten
van
later
van
morgen
nooit
weten ...
04-01-1983