piep
De dode droeg een
bril
en ook zijn
polshorloge
- het liep precies
op tijd –
Misschien zat in de
zak
van zijn
dichtgeknoopt colbert
een mobiele telefoon
met de voicemail aan
‘HALLO
HELAAS KAN IK JE
NIET TE WOORD STAAN
SPREEK NA DE PIEP
GEEN BOODSCHAP IN
IK BEL TOCH NIET
MEER TERUG’
achtertuin
de kat loert
aandachtig
naar de vissen
in de vijver
de zon verdwijnt
achter
de coniferen
aan de overkant
een obese houtduif
koekeloert
zijn eindeloze
riedel
de opgeschoten jeugd
voetbalt op het
pleintje
als elke
woensdagmiddag
de buurvrouw roept
haar kinderen
aan tafel
alles is zoals het
altijd is
en niemand merkt
dat ik er niet meer
ben
glas
een hart
breekt net zo
makkelijk
als glas
en wil
dat het vandaag
nog gisteren was