Olaf Douwes Dekker vergeten als
namen en gezichten vergeet
ik argeloos gedichten een
zucht, wat regels, een strofe een
kort geheim, het stille weten maar
wat ik even hardop in mij wist vervliegt
in grijze mist, vergeten toch,
wandelend daarbuiten van
zinnen los, zo tussen vroeg en laat of
‘s nachts halfwakend vrij ben
ik mijzelf het dichtst nabij Uit :
‘verlangen’ (2000).
|