Maarten
Quaijtaal
gedichten voor
kinderen - met tekeningen van roeland kneepkens
Schommel
Als ik een boom was
Dan klom ik in
mijzelf
Naar de hoogste top
En daar hing ik een
schommel
Voor jou op
En je zou zo hoog
gaan
Dat je mij zeggen
zou:
Ik ben de zon
geworden
En de maan raak ik
aan
En ik zou in mijzelf
klimmen
hoger en hoger
helemaal tot
bovenaan
Plu
Ik heb een vreemde
paraplu
Want regen houdt hij
niet tegen
’s Nachts, dan kun
je er mee lopen
Onder de warme
sterrenregen
Wolk
Ik zie een wolk
langzaam drijven
Hij maakt een
schaduw op het gras
Ik knipper met mijn
ogen
En die wolk is niet
meer hoe hij was
Nu maak ik er een
bootje van
Die ik laat varen
over zee
De zee is blauw en
boven mij
Vaart mijn bootje
vol gedachten mee
Dood
Voor Patricia V.
Vannacht is mijn
mama weggegaan
Zomaar gestopt met
leven
Ze heeft er zelfs
niet aan gedacht
Om mij een kus te
komen geven
Nu lig ik helemaal
alleen
In haar grote bed te
huilen
Want zonder mama’s
armen is er
Geen plek meer om te
schuilen
Ik kruip uit bed en
trek m’n kleren aan
In mijn rugzak stop
ik een paar boeken
Met foto’s van de
zon en de maan;
In de hemel ga ik
mijn mama zoeken
En daar zullen ze
nog eens wat beleven:
Ik ga mama nog een
kusje geven.
De beste stuurlui staan aan wal
Wat een nederlaag!
We hebben weer
verloren.
We hebben heel de
wedstrijd lang
niet één keer kunnen
scoren.
Had ik maar op het
veld gestaan
In plaats van langs
de lijn
Dan hadden we
gewonnen
en zouden we de
helden zijn.
Ik weet dat ik
gelijk heb,
het stond vanmorgen
in de krant:
“De allerbeste
voetballers,
staan altijd langs
de kant.”
Fiets
Ik zit bij papa op
de fiets
Hij is een liedje
aan het zingen
Oven bloemen en
vlinders en hoe
Die vlinders naar de
bloemen gingen
Ik kruip onder zijn
wollen trui
Je hoort daar
helemaal niets
Alleen het zingen
van de trappers
Fiets… fiets… fiets…
De Regenzon
Omdat je zo
verdrietig bent,
wil ik wat voor je
schrijven.
Gewoon iets leuks,
om te lachen.
Zodat je niet zo
droef zal blijven.
Bijvoorbeeld:
Omdat jij tranen
hebt geregend,
zal ik jouw zonlicht
zijn.
Dan maken we een
regenboog.
En kun jij misschien
regenboogwoorden
zien.
Dat zijn woorden
groot en klein
dat ik voor altijd,
jouw
kleurenboogzon
zal zijn.
Carwash
voor Gerard
grote ronde borstels
zijn rechts en links
boven ons zo
dichtbij dat ze ons bijna raken
WOOOOOSSSHHHH!!!
Heel de auto zijn ze
schoon aan het maken
Maar ik hou niet van
schoon
Ik hou van vies
Stiekem laat ik een
scheet
Zo eentje zonder
geluid
- BAH! Dat
stinkt!
– roept mijn broertje
HA HA HA!
lach ik
Nu kun je lekker
niet de auto uit!
Stiekem
Stiekem ben ik heel
verlegen
Ik laat het alleen
aan niemand zien
Niet aan mijn papa
en mama
of aan mijn
vriendjes op school
Aan nie.. of toch
aan één iemand misschien?
Er is één meisje die
me doet blozen
Die me laat
struikelen over mijn eigen woorden
Om wie ik altijd
lachen moet
Naar wie ik kijk met
gloeiend rode oren
Stiekem ben ik heel
verlegen
En niemand die het
geloven zou,
maar toch is het zo.
Gek hè,
Ik voel het alleen
bij jou.