John Bindels Levende
lijve Als
vingers in een liefdesspel beroert
mijn pen wanneer
de avond met mij zee
kiest naar het noorden en
ik mijn traag verlangen amper
kan verwoorden dit
vel papier waarin ik steeds
jouw huid herken soms
zijn er tijden dat
ik je bewust ontwen of
dat ik doof blijf voor
de goden die
ons stoorden als
nacht en nevel ons getweeën
toebehoorden en
ik je niet in
ieder kruid herken straks
als ik in kwatrijnen weer
de maat hervind van
wat mij in bevroren beelden
is gebleven besef
ik dat ik slechts contouren
heb bemind en
van herinnering alleen kan
ik niet leven daarom
zou ik terstond een
lief ding willen
geven voor
jouw vertrouwde voetstap
in het
knerpend grint
|