De
meikever
Na dagen
speuren langs weg en hof
en schudden
aan beuk en es,
bijna te laat
op school,
maar wel twee
kevers in mijn tes.
Onder het
schoonschrijven stil in de klas,
kraken ze in
mijn luciferdoosje
van mijn
schrijven komt niet veel terecht.
Ik was bang,
hoorde de meester ze al een poosje?
Na schooltijd
toon ik trots mijn buit,
mijn vriendje
heeft een stuk garen.
De achterpoot
met dubbele knoop gehecht,
de kever meent
zijn vrijheid al te ontwaren.
Als een
miniheli stijgt hij hoog
en voert al
zijn krachten op
om zijn
vrijheid te vieren
in een hoge
beukentop.
En dan is
ons garen te kort
en kan het
niet meer laten vieren.
Het gaat om
kracht tussen mens en dier,
maar met
een pootje minder, is hij toch vort.
Augustus-tuin
De
tongvaren zul je niet zien bloeien
en groeit het
best bij protestantse kerken.
Gaan de
planten zich met het geloof bemoeien?
De Succisa of
blauwe knoop
draagt zijn
naam niet waardig.
Vraagt veel
water, drinkt een hoop!
Richinus is
een wonderboom
het wonder zit
in de zaden.
Wonderolie, de
rest kun je raden.
Cleome of
kattesnor is eenjarig
en drukt zijn
snor
als winter
daar is.
Bloeit de
Ipomea of klimmende winde
is het niet
moeilijk een pispotje te vinden.
De
zonnebloem, vuurtoren van tuin en straat
volgt de
zon tot die onder gaat.
De mieren
klimmen in Polemonium naar boven
als Jacob
op zijn ladder, om God te loven.
En kijk daar
een nieuw bloemenvrouwtje,
meegebracht
van verre landen. Geen naam?
En noemen haar
dan Millenniumblauwtje.
Als slot de
klimmende Clematis
Zij is het
behang van mijn tuin.
Een wilde
soort, die de halve zomer paraat is.
Juli-tuin
De Annabel
komt uit 't duister toveren
en met haar
witgekuifde bollen
domineert ze
het hele loveren.
De Scharlei
verleidt met geur en kleur
voor
insecten een zuipkrib
bedwelmd
door nectar en tropische geur.
De Artisjok
uit de Mediterranée
in hemelsblauw
gekroond
geeft ons een
blauwe hemel mee.
De Stokroos
een stijve dame
een rijgsnoer
met felle kleuren
in hoogte
record een heel voorname.
Ik heb geen
naam, o God, gij hebt mij vergeten
"Stil
maar blauwe onrust, laat mij spreken
‘Vergeet mij
niet’ voortaan zult gij zo heten."
Tot slot een
blik op rode en witte Valeriaan
als medicijn
tegen overspanning en voor rust,
voor mij is
juli in rust vergaan.
Mijmeren
De mussen
zijn al jaren verdwenen
in plaats zijn
nu de meeuwen en de kauwen
ook de koekoek
is dit jaar niet gekomen
Is de natuur
nog wel te vertrouwen?
Rusteloos zit
de oude man te mijmeren
ook de zwaluw
komt niet meer bij haar nesten
"Waar
zwaluwen wonen, gaan geen mensen dood"
profeteerde
zijn grootvader als de beste.
Mijmering
bij een monument op de dijk in Balgoy
Een bonk
ruw en grof basalt
op een zes
tons fundament.
Het
dijkvlak waar hij op staat
is nieuw,
sterk en bestend.
Eens was de
rivier hier ruw met grof geweld
wild ongetemd
met veel verraad aan het land.
Het land
rondom drassig en nat
afgepaald
tussen Veluwe en Brabants zand.
Hier was water
heer en koning
soms laf en
laag en droog.
De vis stierf
in bedding en sloot
tot sneeuw en
regen zwol het water hoog.
Het water uit
het verre berggebied
bracht grind
en zand (dat men nu weer wint)
aan 't natte,
lage, zompe zand
en meters
klei, die men nu vruchtbaar vindt.
De kiezel komt
na vele mijlen
door de woeste
stroom naar hier gerold
en plaatst men
nu als cultuursymbool
naast de
gespleten, lompe brok basalt.
Sierlijk en
rond en mooi egaal
lijkt deze
steen; gehard metaal.
Symbool:
cultuur van de nieuwe tijd
rust en vrede,
een nieuw verhaal.
Maar eens in
de duizend jaar
zal ’t water
her en her proberen
wordt het brok
basalt en ruw geweld
of zal de
gepolijste kiezel triomferen?
Geloofsgrens
Hier houdt de
wereld op,
hier het begin
van het einde,
wat er ook van
de noordkant komt,
het goede komt
met Zuidenwijnde.
De rivier
geeft de grenzen aan
die alles kon
tegenhouden.
De
concurrentie aan de overkant
wie wel het
hoogst kan bouwen.
Hier hield het
geloof beter stand
het geloven in
de beelden.
Daarboven was
de beeldenstorm
de soberheid
kent geen weelde.
Op het
opgestuwde land
geen
protesterende protestanten.
Het
Bergharense hoge land
met de meest
gelovige klanten.
Hun bisschop
was een Bossche,
het goede komt
ten zuiden.
Bij het goede
weer en wind
kan men de St.
Jan hier horen luiden.