Ilse
Steel
Frankrijk, je t’aime
Met haar schoudertas om haar
linkerschouder en een koffer aan haar voeten staat Saskia op het
perron van Gare du Nord. Met een foto van Jean-Michel in haar hand
kijkt ze speurend om zich heen. De mensenmassa benauwt haar maar ze
durft niet weg te gaan, ze weet niet eens waar de uitgang is. Ze
kijkt nog een keer naar de foto die een knappe man laat zien met
donkerblond krullend haar, een smal en levendig gezicht, groene
ogen, rechte neus en een lachende mond. Jean-Michel heeft ook een
foto van haar. Ze vindt zichzelf maar gewoontjes en heeft geen erg
in de bewonderende blikken die de mannelijke passagiers haar
toewerpen. Met haar lange blonde haar, blauwe ogen, sensuele mond en
het kleine neusje is ze een opvallende verschijning.
Plotseling voelt ze twee armen om zich
heen, haar eerste reflex is om een welgemikte klap uit te delen. Ze
worstelt zich los uit deze ongewilde omhelzing, draait zich om en
staat oog in oog met haar Internet geliefde. In rad frans en met
drukke gebaren put hij zich uit in duizend verontschuldigingen. “Het
Franse verkeer chèrie, is een ramp,” zegt hij met een hulpeloze blik
in zijn ogen. “En de chauffeurs zeker niet,” zegt Saskia met een
plagend lachje rond haar mond. De glimlach die hij haar teruggeeft
doet haar blozen en snel bukt ze zich om haar koffer te pakken.
Terwijl Jean-Michel haar bij de hand pakt neemt hij de koffer van
haar over en loods haar door de drukke menigte naar de uitgang.
Plotseling voelt ze een lichte paniek
opkomen, wat als ze zich vergist er verdwijnen zoveel jonge meisjes
in deze tijd. Alsof hij voelt waar ze aan denkt verstevigd
Jean-Michel zijn greep, “rustig maar dadelijk kunnen we praten, oke?”
Ze knikt en zegt stamelend, oui, oui. Even later loods hij haar en
klein cafeetje binnen. In het halfdonker struikelt ze bijna over een
zwarte kat die luid miauwend wegrent. Lachend lopen ze verder en
vinden een leeg tafeltje achterin. De ober brengt koffie en twee
heerlijk geurende warme croissants.
Nu ze eindelijk in levende lijve
tegenover elkaar zitten voelt ze zich verlegen. Jean-Michel haalt
iets uit zijn koffertje, een rol papier dat hij haar met een
charmante glimlach overhandigt. “Welkom in Frankrijk mademoiselle,”
Voorzichtig
haalt ze het papier eraf. Voor haar ogen ontrolt zich een prachtige
reproductie van Toulouse Lautrec. Met een kreetje van verrukking
staat ze op en geeft hem spontaan een zoen op zijn wang. Om hen heen
klinkt een luid applaus op en met een hoofd zo rood als een biet
gaat Saskia weer zitten. Jean-Michel grinnikt hardop en zegt,
“heerlijk als je zo spontaan kunt zijn, ik vind de Hollanders over
het algemeen erg nuchter maar jij bent een verfrissende
uitzondering.” Saskia heft haar glas en zegt, “ik toast op onze
ontdekkingsreis in jouw mooie Frankrijk, maar ook op Internet waar
we elkaar gevonden hebben.” “En ik, “zegt Jean-Michel met stralende
ogen, “laat je nooit meer gaan.”