CuBra
INHOUD ILSE STEEL
HOME
INHOUD POëZIE
KUNST
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

 

 

Ilse Steel

 

De stoel

 

"Wat wil je graag voor je verjaardag hebben?" vroeg Paul aan Sandra. Peinzend keek ze  hem aan en riep. "Een heerlijke luie stoel!" "Een stoel," zei Paul verwonderd. "Maar lieve kind wat moet jij daar nou mee je zit altijd op de grond!" Sandra knikte hevig van ja, maar voegde er aan toe dat stoelen zich naar de mens moesten voegen en niet andersom. Verbaast keek hij haar aan. "Dat wordt dus de meubelboulevards afstropen," zuchtte hij gelaten.

 

Zaterdagmorgen was het dan zover en begon de tocht langs de meubelwinkels. Sandra kraakte alle stoelen af en dreef de verkopers tot wanhoop. Na een snelle lunch besloten ze naar Amsterdam te rijden. "Als ik daar geen stoel naar mijn zin kan vinden," mopperde Sandra, "dan blijf ik mooi op de grond zitten.

 

"Allemachtig wat een drukte," foeterde Paul. "Het lijkt wel of half Nederland op weg is naar Amsterdam." Sandra wierp een zijdelingse blik op hem en zag zijn gespannenheid. "Niet stressen Paul dat is slecht voor je hart," zei ze en schoof een bandje in de cassettespeler. De klanken van The sound of silence vulden de auto en genoeglijk begon hij mee te neuriën. Wat kende ze hem toch goed, feilloos koos ze het juiste nummer uit om hem ontspannen te laten rijden. Daar was Amsterdam. Het zoeken naar een parkeerplaats nam even tijd in beslag, maar eindelijk kon de jacht op de stoel geopend worden. Ze stortten zich in de mensenmassa die de drukke winkelstraat bevolkten. Twee uur later zegen ze uitgeput neer op een terras en bestelde koffie met appelgebak. Ze koesterden zich in het vroege voorjaarszonnetje en keken naar de voorbijgangers."Kom luiaard," zei Sandra na een tijdje, en trok Paul omhoog. Ze sloegen een smal zijstraatje in en kwamen langs een onooglijk winkeltje.

 

Tweedehands meubelen Uw eerste keus stond er op de gevel.

 

Vrolijk rinkelde er een belletje toen ze de deur open deden.  Binnen was het halfdonker en er hing een muffe geur van vergane glorie. Sandra baande zich een weg door de hoog opgestapelde meubels, en Paul slenterde achter haar aan. Hij voelde zich hier niet op zijn gemak, de stilte was onwerkelijk, maar Sandra scheen er geen last van te hebben.

Plotseling gaf ze een kreetje van verrukking en wees op een hemelsblauwe stoel die als een troon in de hoek stond. Een koude luchtstroom deed hem huiveren en hij spoorde Sandra aan om de stoel uit te proberen. Ze ging zitten en even dacht hij dat hij de stoel zag bewegen, maar deed het af als nonsens.  Het kwam natuurlijk door de vreemde sfeer die de winkel hing.

 

Sandra zat ondertussen met een verheerlijkt gezicht in de stoel. Het leek wel of hij speciaal voor haar gemaakt was. "Deze stoel wil ik hebben Paul," zei ze. "Een zeer goede keus," klonk het. Verschrikt keken ze beide op en zagen een oosters uitziende man met scherpe gelaatstrekken een haviksneus en hypnotiserende ogen staan. "Brr wat een engerd," dacht Paul en onwillekeurig ging hij dichter bij Sandra staan.

 

Ze scheen zich niet te storen aan de vreemde spanning die bijna tastbaar om de man heen hing. Wat kost deze stoel?" vroeg Sandra aan de man. "Driehonderd euro," zei hij en hielp haar galant uit de stoel. Sandra rilde en was blij dat de man haar hand los liet. ”Dat vind ik veel geld voor een tweedehands stoel," merkte Paul op. De man hief zijn armen in de hoogte en keek hun met een brandende blik aan. "Deze stoel heeft de bijzondere eigenschap dat hij zich aan de mens aanpast," zei de man.

 

Getroffen door deze woorden keek Sandra de man aan en zei," Daarom zit hij zo heerlijk." Ze pakte de arm van Paul en duwde hem in de richting van de stoel. "Ga zitten," zei ze "dan voel je waarom ik deze stoel perse wil hebben. Gelaten liet Paul zich in de hemelsblauwe stoel zakken en voelde tot zijn verbazing dat het monsterlijke ding, zoals hij het in gedachten noemde,  inderdaad heerlijk zat. Maar prettig vond hij het niet, het leek wel of de stoel de baas was over hem was. Paul bekeek de stoel eens wat nauwkeuriger en wees de man op de bekleding die op verschillende plaatsen los zat. Buigend verzekerde de man hem dat de stoel, als ze besloten hem te kopen, volledig nagekeken en in orde gemaakt zou worden. Na deze opmerking liep hij geruisloos door de winkel en verdween achter een kralengordijn.

 

"Een belachelijke prijs," begon Paul zodra de man uit het gehoor was. "En dan die kleur, hemelsblauw nogal opvallend om niet te zeggen verblindend," mopperde hij. "Ik weet zeker dat we nergens een betere stoel meer zullen vinden," zei Sandra. "Deze wil ik hebben, nee ik voel dat ik hem moet hebben," en uitdagend keek ze Paul aan. Hij capituleerde en vlug gaf ze hem een zoen.

 

Een licht geruis kondigde de terugkomst van de man aan. In zijn handen droeg hij een dienblad met daarop drie kopjes dampende Turkse koffie. Hij maakte een uitnodigend gebaar naar het zitje in het midden van de winkel en zette het blad op een klein tafeltje. De koffie was verrukkelijk en Paul begon zich wat beter op zijn gemak te voelen.

Hij vertelde de man dat de stoel als verjaardagscadeau voor zijn vrouw bedoeld was. "Een prachtig cadeau voor een mooie vrouw," merkte de man op. "Gladjanus," dacht Paul. "Voor tweehonderd euro neem ik hem mee," zei hij terwijl hij de man scherp observeerde. Maar het oosterse gezicht bleef uitdrukkingsloos en de koop werd gesloten. Om vijf uur konden ze de stoel op komen halen en na een knikje in de richting van de verkoper sleurde Paul Sandra de winkel mee uit.

 

"Wat heb jij?" riep ze uit, ondertussen haar pijnlijke arm masserend. "Ik krijg rillingen van die engerd," mompelde Paul. Sandra stak een arm door de zijne en troonde hem mee naar een frietzaakje wat verder in de straat. Hij besloot om haar maar niets te vertellen over het onbehaaglijke gevoel dat hij had gekregen toen hij in de stoel zat. Hij voelde er niets voor uitgelachen te worden.

 

Om klokslag vijf uur parkeerden ze de auto voor de deur van de winkel en stapten naar binnen. De stoel zag er keurig uit en na afgerekend te hebben sjouwde hij samen met de man de stoel naar de auto. Met een buiging nam de man afscheid en verdween in de winkel. Paul klapte de achterbank terug en plaatste de stoel in de auto.

Eindelijk konden ze vertrekken en opgelucht reed hij het smalle straatje uit. Het was minder druk op de weg en na een uurtje waren ze thuis.

 

Sandra begon meteen alle meubels te verplaatsen om een plaatsje voor de stoel te zoeken. Paul had nu al een hekel aan de stoel en resoluut pakte hij hem op en zette hem voor de open haard. Sandra ging er in zitten, keek hem aan en zei. "Perfect Paul." Na het avondeten verdween Paul naar zijn werkkamer en Sandra kroop met een spannend boek in de stoel. Daar zat ze nog toen Paul om twaalf uur maar eens ging kijken waar de koffie bleef. Hij vond dat ze er moe uit zag en stuurde haar naar bed met de belofte dat hij ook zo kwam. Na een verdwaalde kus op zijn neus verdween ze braaf naar de slaapkamer.

 

In de weken die volgde ging de stoel een steeds belangrijkere plaats in het leven van Sandra innemen. Ze zat nooit meer op de grond, en de visite werd niet toegestaan om in de stoel plaats te nemen. Paul vond dit belachelijk maar zei er maar niets van, ze was toch al zo kribbig de laatste tijd. Toch merkte hij nog meer veranderingen bij haar op. Ze werd stiller, zag bleek en leek lusteloos. Een uitje zou haar goed doen dacht hij.

 

De volgende dag nam hij ‘s middags vrij, reserveerde een tafeltje bij Sandra's favoriete restaurant en kocht twee kaartjes voor de bioscoop. Gewapend met een grote bos dieprode rozen reed hij naar huis. Sandra zat in de stoel en keek hem met een wit gezichtje aan. Paul overhandigde haar de bloemen en zei, "Vanavond gaan we uit eten en daarna neem ik je mee naar de film."  "Wat lief van je," zei Sandra moeizaam uit de stoel omhoog komend. En dat terwijl ik de laatste tijd zo kribbig tegen je ben geweest. Ik weet niet wat me mankeert maar goed voel ik mij niet."  Met de bloemen nog in haar armen stond ze voor hem, ze leek nog bleker door die bloedrode rozen. Plotseling werden zijn ogen naar de stoel getrokken, het leek verdorie wel of die stoel steeds feller van kleur werd. Hij kuste Sandra en zei, "Laten we er een fijne avond van maken." Ze deden allebei hun best, maar Sandra was doodmoe en speelde maar wat met haar eten. Paul vond er zo niets aan en Sandra wilde ook liever naar huis zodat het avondje geen succes genoemd mocht worden.

 

Na een week zag Sandra er zo slecht uit dat hij het nodig vond om haar naar een dokter te sturen. Met wat vitaminepillen kwam ze weer wat bij, maar de oude werd ze niet meer. Ze zat voortaan hele dagen in de stoel en kwam er alleen nog maar uit om naar bed te gaan. Op een avond dat Sandra vroeg in bed lag stond hij naar de stoel te kijken die steeds feller blauw leek te worden. Als gehypnotiseerd bleef zijn blik aan de stoel hangen. Met moeite rukte hij zich los en foeterde, "Hij gaat eruit, ze zoekt maar een ander cadeau uit."

 

Opgelucht dat hij een besluit had genomen stapte hij in bed en viel in slaap. Een paar uur later werd hij wakker en merkte dat Sandra niet meer naast hem lag. Slaapdronken liep hij naar de huiskamer en zag Sandra volkomen roerloos in de stoel zitten. Zijn paniek onderdrukkend kwam hij dichterbij en zag dat haar mond wijd openstond verstild in een laatste kreet. Hij raakte haar aan, koud ijskoud. Hij verborg zijn gezicht in zijn handen en huilde geluidloos. Zweetdruppels liepen over zijn gezicht en hij voelde de warmte die van de stoel afkwam. Sandra's warmte.

 

 

 

Een kille woede maakte zich van hem meester. Hij stond op, nam haar in zijn armen en legde haar voorzichtig op bed neer. De dag na de begrafenis hakte hij de stoel in stukken en daarna verbrandde hij alles. Met zijn handen tegen zijn oren gedrukt om de klagerige indringende stem niet te horen die uit de vlammen naar hem toe kwam  zweven trapte hij de laatste smeulende resten uit.

Daarna was er stilte.