|
Herbert Mouwen
In
de appelboomgaard
In hooggras zijn we op zoek naar
verloren
vormen, niemand ziet wat wij kunnen zien,
niemand ziet wat wij al langer zagen
Onze zondagse kleren liggen in het gras,
niet begraven onder verse aarde willen we
worden als mollen, alle vlees is gras
ten slotte - We blijven roerloos als appels
onder een boom liggen, te hooi en te gras
wellicht, te worm liggen voor later
Wat ik bewaar voor de dorst, neigt naar
een herinnering of ongeschreven gedicht,
niet naar een grond om op te staan
|
|