|
Herbert Mouwen
Aardrijkskunde
Vaders
benen liggen kruislings
over elkaar, het linkerbeen over
het rechter, de handen rusten
op de linkerknie, de rechter
ligt op de linkerhand, de vingers
van de rechterhand liggen
tussen de vingers van de linker,
op de rug van de rechterhand
kronkelen brede en smalle aderen
Wat is een delta, vraag ik hem
Hij reikt zijn kleine smalle
hoofd naar voren, fronst zijn
wenkbrauwen, lamplicht weerkaatst
op de glazen van zijn bril, ik kan
zijn ogen niet zien, hij steekt
zijn rechterhand uit, terwijl hij
met zijn linkerwijsvinger naar
de blauwe aderen wijst, ze één
voor één volgt, streelt, benoemt
Zijn horloge geeft zich bloot,
onder het uurwerk vloeien ze om
half zes precies in één ader samen
Vier dagen later was hij dood
|
|