|
Hans
Manders
Dromen van
Weer ging een jaar verbazend snel voorbij En vielen alle blaadjes van de bomen, Weer ging een zomer voor de herfst opzij En is te snel de winterkou gekomen,
Weer had de tijd alleen de heerschappij En heeft hij ons een vol jaar afgenomen, Weer lopen wij in winterse kledij En kunnen van wat was alleen nog dromen.
Maar dromen doen we ook van fris en groen Van weer een jonge lente in ons leven En wat de zon met onze huid zal doen.
Wat zal het nieuwe voorjaar ons gaan geven En wordt de zomer weer zo’n mooi seizoen Al duurt die, net als dit jaar, ook maar even?
|