|
Hans
Manders
Licht
gedicht
Heeft
een licht gedicht
minder
gewicht
dan
een zwaar gedicht?
Een
groot geluk
gaat
eerder stuk
dan
een klein geluk.
Een
klein gebaar
weegt
vaak net zo zwaar
als
een groot gebaar.
Ik
bedoel maar.
Afrodite
Er
was een hele mooie vrouw ze
heette Afrodite. Ze
werd geboren uit de zee, althans
dat zegt de mythe. Voor
wie van mooie vrouwen hield viel
heel wat te genieten: ze
had heel lang en golvend haar en
twee erg fraaie tieten. Ze
was van liefde de godin, van
schoon- en vruchtbaarheid. Ze
heeft ook zelf links en rechts met
god en mens gevrijd. Van
kuisheid had ze nooit gehoord van
trouw al evenmin. Ze
dacht alleen maar aan genot daarvan
was zij godin. Ze
gaf de vrouwen sex-appeal en
mannen kregen zin. Ze
doken liefst de hele dag met
hen de koffer in. En
zeker als het lente was, dat
feest van vruchtbaarheid, dan
was het voor het liefdesspel de
allerbeste tijd. Dan
gaf ze opdracht aan haar zoon om
pijlen te gaan schieten en
Eros schoot er flink op los voor
mama Afrodite. En
iedereen die werd geraakt die
wilde gaan genieten, die
dacht alleen nog maar aan sex, althans
dat zegt de mythe. Je
snapt natuurlijk wel dat ik de
man van toen benijd dus
wil ik met een tijdmachien naar
Afrodites tijd. Dichter Ik
dicht me dichter
naar jou. Ik
dicht jou dichter
bij mij. Dichter en
dichter. Ik
dicht jouw
hart open. Ik
dicht tot
je zwicht voor
mij.
Ode
op een kleinood
1
De
hoogste tijd dat ik een ode zing op,
zeg maar, een der fraaiere kleinoden. U
snapt meteen: ik heb het over mode en
wel dat kledingstuk genaamd de string. Dat
is nou echt een alleraardigst ding. Toen
voor het eerst een vrouw er mij een showde -
hij was van zijde en nog wel een rode - ik
voelde in mijn hoofd een duizeling. Ik
wilde haar daarna meteen bespringen. Helaas,
dat bleek haar opzet niet te zijn dus
moest ik fluks mijn lustgevoel bedwingen. Sindsdien
ervoer ik vaker deze pijn. Maar
niettemin wil ik dit loflied zingen en
vraag ik aan de dames: hou het klein.
Dichtend
strelen O
mocht ik even met haar borsten spelen, je
snapt wel: met de borsten van Jasmien. (Of
heb je Goede tijden nooit gezien?) O
mocht ik toch die borsten even strelen. Hoe
kon natuur een vrouw zo rijk bedelen, of
heeft u, god, er zelf op toegezien? Ze
staat met stip op één in mijn toptien vanwege
twee zo fraaie lichaamsdelen. Ik
weet heel goed: het blijven mooie dromen want
dromen worden zelden werklijkheid. Dit
spelen zal mij nimmer overkomen. In
vol besef, hoezeer het mij ook spijt, dat
ik slechts dichtend dicht bij haar kan komen streel
ik fictief dit feest van vrouwlijkheid.
|