7.12
a.m.
Nog
voor de wekker afloopt
ben
ik al wakker.
Ik
denk en denk na en
het
maalt in mijn kop.
Langzaam
raak ik uitgeput
van
dat denken en dat malen.
Ik
moet iets voelen, maar
niets
voelt en het is elf over zeven.
Twaalf
over zeven en wekker gaat,
maar
nu ontwaak ik niet meer.
Het
is gedaan met me, denk ik
terwijl
ik stil lig in mijn bed.
Ik
moet nog wat zeggen, denk ik
maar
mijn mond beweegt niet meer.
Elders
worden kranten doorgebladerd
en
hier staat de tijd even stil.
Dertien
over zeven en ik ben dood,
levenloos
lig ik daar maar te liggen.
Niets
te doen en niets te zeggen en
ik
heb niets meer te betekenen.
Ik
berust me in het idee:
nu,
ik ben dood. Ik leef niet meer.
Mijn
hond blaft onder aan de trap
en
het is veertien over zeven.
´Makkus`
Oerknal
Rechtstreeks
uit de afgrond
pers
ik kreten
uit
mijn verwrongen strot
Ik
kondig het bestaan aan
de
revolutie
steekt
de kop op
BIG
BANG ! ! !
De
ramp is voldaan
over
en uit.
Chaos
‘wees
zuinig met letters
zeg
nimmer teveel
streef
naar perfectie
naar
het perfecte woord’
maar
teveel leestekens
flitsen
door mijn kop
nog
meer losse letters
zitten
tussen mijn oren
klinkers
zoemen door mijn lijf
komma’s
vragen om meer
punten
snoeren mij de mond
consonanten
snijden de strot af
de
letters laten zich niet
in
goede volgorde voegen
er
heerst opstand, anarchie.
Chaos,
dat woord zoek ik