CuBra
INHOUD HOPPEN- BROUWERS
HOME
NATUUR
AUTEURS
BRABANTS

Print Pagina
 
 

 

 

HONDERD HAIKU'S

(51-100)

 

Frans Hoppenbrouwers

 

 

Nostalgie

 

Heerlijk toch dat brood

dat geurig en knapperig

naar volmondig smaakt.

 

Aap

 

Als een baviaan

slaat hij zich vaak op de borst.

Geen kind aapt hem na.

 

Geluk

 

Aan geld geen gebrek,

het geluk lachte hem toe.

Tot hij kanker kreeg.

 

Hadjegedacht

 

Iemand onmisbaar?

Van dat soort liggen er al

zat op het kerkhof.

 

Laat voorjaar

 

Lopend door het park

hopend op vogelgezang:

de dood zong er rond.

 

Vreemd

 

Dat is wel èrg vet,

zei de corpulentie zelf

en nam nog een hap.

 

Nagerecht

 

Kan er nog wel bij,

zei de boer en tastte toe

met de broekriem los.

 

In de kroeg

 

Er zijn van die lui

die zich steeds gedeisd houden:

beroepsklaplopers.

 

Zonde

 

Het stond er een eeuw,

dat mooie kapelletje.

Niet meer hufterproof.

 

Laatste wens

 

Geen preek in de kerk,

geen toespraak op het kerkhof.

Verdriet haat praatjes.

 

Schelden

 

De zin van schelden

heeft niemand nog aangetoond.

Het tegendeel wel.

 

Bonsai

 

Een mooie hobby,

voor de ware liefhebber:

kleinschalig genot.

 

In het plantsoen

 

Het schiet niet op hier,

zei de gemeentewerker,

leunend op zijn schop.

 

Ziel

 

Wie in niets gelooft,

ontkent het eeuwig leven.

Als dat al bestaat.

 

Pruim

 

Weldadige vrucht

die de stoelgang bevordert,

getreuzel niet pruimt.

 

Doorzetter

 

De klokkenluider

trekt zeer terecht aan de bel

en geen baas geeft thuis.

  

Plataan

 

Oude stadsplataan,

aan het eind van zijn latijn.

Als hij praten kon.

 

Wielertaal (1)

 

Zit steeds in het wiel,

eist dan juichend de winst op.

Echt een linkebal.

 

Koopje

 

Er stond iets te koop

voor een appel en een ei.

Geplukt noch gelegd.

 

Wielertaal (2)

 

Zeven hellingen.

Weer zo'n uitdagende rit

om vanaf te zien.

 

Schrijverke

 

Krink'lend waterding

met zwart kabotseken aan.

Schrijf iets in Gods naam.

 

Wielertaal (3)

 

Al ver voor de meet

nagenoeg niets meer in huis.

Totaal uitgewoond.

 

Misplaatst

 

Oude olijfboom,

weggevoerd uit het zuiden,

treurend in een kuip.

 

Veerkracht

 

De geknotte wilg,

van geloof en hoop beroofd,

bot uitbundig uit.

 

Wielertaal (4)

 

Zet fel de jacht in

op het ontsnapte groepje.

Het hol wijd open.

 

Nachtelijk verkeer

 

Muis stil in het gras.

Uil geruisloos in de lucht.

Het is zó gepiept.

 

Ochtendlicht

 

De zon brengt de dag,

sprenkelt betoverend licht.

De stad neemt een bad.

 

Zomers

 

Geluk lacht hen toe

dat telbaar groepje bloemen:

dertien margrieten.

 

Wilde kamperfoelie

 

Vanwege de geur,

maar vooral om de vleeskleur:

bloem der geliefden.

 

Wielertaal (5)

 

Springt weg uit de groep,

maakt jacht op de kop en faalt:

een chasse patat.

 

Wielertaal (6)

 

Het lijf van een beer,

de benen van een buffel:

een ware stoemper.

 

Rooien?

 

Onze lindeboom

heeft zijn beste tijd gehad.

Vooralsnog maar niet.

  

Zomers

 

Van ver af te zien,

een zopas gemaaid hooiveld:

alleen die geur al.

 

Driekleurig viooltje

 

Dit schoon viooltje

voelt zich thuis in de Kempen:

bode van los zand.

 

Begrotingsperikelen

 

De burgemeester

kort na afloop van de raad:

gaat hoofdpijn over?

 

Beticht

 

Roomboterbloemen,

lang van hekserij beticht.

Geen koe die ze lust.

 

Acer aureum

 

Een gouden esdoorn

waar een zonnestraal op valt:

welgevallig licht.

 

Kleven

 

Met de kleine klis

hadden jongetjes veel lol:

klit in meisjeshaar.

 

Duizendblad

 

Een veeltallig kruid,

bloed stelpende heelmeester,

reeds lang niet in tel.

 

Hommel

 

Dwergmispel in bloei,

doel van een dikke hommel.

Die het kleine eert.

  

Roerdomp

 

Rechter dan een paal

poserend tussen het riet.

Geen schetsboek bij me.

 

Klaproos

 

Een blije klaproos

versombert altijd de ziel:

zie het inktzwart hart.

 

Koningsvaren

 

Wie volgt de varen

die bijna onzichtbare

sporen achterlaat?

 

Kermis

 

De linden bloeien.

Er wacht ons een kermis van

malle molentjes.

 

Sage rond het grasklokje

 

Pluk nooit een klokje,

anders barst een onweer los:

geweld baart geweld.

 

Perzik

 

Te gulzig gehapt.

Stromen sap over m'n kin,

op m'n goeie goed.

 

Pruimenpit

 

Pit nog in de mond

maar het doelwit al bekend:

onwaarschijnlijk raak.

 

Keuze

 

Hoe lomper de boer,

hoe groter zijn aardappels.

Ik kies voor krieltjes.

 

 

Kruisverhoor

 

Als matig acteur

viel hij al snel door de mand.

Liegen is een kunst.