Fráncy
van Iersel
Gefluister
Zodra ik ‘s avonds op de bank zit,
hoor ik een gefluister wat tot mijn
verbazing
uit mijn boekenkast komt.
Het klinkt zo zachtjes dat ik het niet
kan verstaan.
Nieuwsgierig vraag ik mij af:
Waar gaat dit gefluister van de boeken
over?
Is het onderlinge wedijver:
Wie is de mooiste, de interessantste?
Wie heeft de meeste letters, de mooiste
plaatjes?
Moet ik ze anders rangschikken?
Op thema of op alfabet?
Zijn ze het leven beu in mijn
boekenkast?
Willen de letters wegdansen uit het
boek?
Terwijl ik een boek uit mijn boekenkast
haal,
stopt het gefluister en hoor ik nog
heel even een zacht gegiechel.
Ik zal het antwoord nooit te weten komen
en
verdiep mij in mijn boek met letters.
Ontstaan uit stokjes, streepjes, lussen
en bochten.
Opstand in de fabriek
Bertha en Juul staan naast elkaar
zijn door het lot met elkaar verbonden.
Jaar in jaar uit baren zij het kind
zonder het genot vooraf
enkel en alleen een koude staaf
in hun binnenste geduwd.
Het kind krijgen zij niet te zien,
de melk die Bertha en Juul geven
is niet voor het kind, maar…
voor de onbekende ander.
Op een dag zuchten Bertha en Juul diep:
‘Alweer zo een saaie dag’!
En terwijl zij elkaar aankijken,
besluiten Bertha en Juul
we doen het niet meer, we zijn het beu.
Een dienstbaar leven voor de onbekende
ander,
zonder plezier en genot.
Bertha en Juul gaan aan de wandel, weg
uit de fabriek zonder daglicht.
Op het gemak lopen zij naast elkaar
langs het spoor.
En misschien kom je ze op een keer
tegen?
Bertha en Juul op zoek naar een groene
weide
vol met heerlijke kruiden.