INHOUD ANSELMUS MUSTERS
CUBRA HOME

 

Download de complete PDF van Jonge bloei

 

Colofon

 

 

De gedichten van Anselmus Musters werden naar zijn handschrift in 2016 uitgegeven door © Uitgeverij 'Aan het park' (Tilburg) door Louis Raaijmakers e.a.

De on line uitgave werd in december 2018 verzorgd door © Stichting Cultureel Brabant.

 

 

 


 

 

 

 

 

Anselmus (Antoon) Musters

(Ossendrecht 1914 - Werl-Sönnern 1986)

 

Archiefstukken uit het Vaticaan

door Louis Raaijmakers

Oktober 2021


 

Het verhaal van Anselmus Musters nu ook vrijgekomen uit de archieven van het Vaticaan.

In 2016 en 2018 is in Tijding uitgebreid stilgestaan bij het leven en verzetswerk van Anselmus Musters, priester, opgegroeid in Ossendrecht in het begin van de vorige eeuw, en oorlogsheld. Wij, de familie van Anselmus, hebben sinds 2018 steeds weer nieuwe informatie gevonden. Die bevestigde meestal wat we al wisten door de publicatie van het boek “De Monsignore en de nazi” in 2015 en door onze zoektocht daarna. Het leverde ons steeds wel nieuwe bijzonderheden over Anselmus’ leven op. 
Het belangrijkste recente nieuws over hem komt uit het Vaticaan zelf, uit de Historische Archieven.  Deze zijn in 2019 door paus Franciscus geopend en wetenschappers konden en kunnen er nu terecht voor onderzoek. Ik wil u graag meenemen in de nieuwe informatie die bekend is geworden en vertellen over de diplomatieke schermutselingen die de arrestatie van Anselmus tot gevolg had. De informatie heeft ons behalve nieuwe feiten ook nieuwe inzichten opgeleverd.

Na zijn vlucht in de basiliek van Santa Maria Maggiore werd Anselmus na korte tijd met veel militair geweld uit de sacristie gehaald en naar de gevangenis gebracht. Wat zich afspeelde in de gevangenis Via Tasso weten we uit Anselmus’ dagboekaantekeningen, uit de verhoorverslagen van de Britse geheime dienst en uit diverse bronnen waarvan het boek van Sam Derry, The Rome Escape Line, de oudste is. Ook bezoeken aan ons eigen Nationaal Archief leverden informatie op over diplomatieke correspondentie bij de arrestatie en ontsnapping van Anselmus.

Heel vaak hebben we ons afgevraagd wat er achter de schermen in het Vaticaan is gebeurd. We wisten uit een enkele verwijzing dat er diplomatiek overleg had plaatsgevonden naar aanleiding van de arrestatie van Anselmus. Dat nu, weten we sinds september 2020 zeker en ook hebben we nu een idee van de grote spanning die op dit overleg rustte. We weten dit door het verschijnen van het boek Le Bureau van Johan Ickx.


Johan Ickx is licentiaat in de godsdienstwetenschappen en doctor in de kerkelijke geschiedenis.  Hij is verantwoordelijk voor het historisch archief van de sectie voor buitenlandse betrekkingen van het Vaticaan. Een man die de weg weet in de geheime archieven en die met het openen ervan de kans kreeg te publiceren. Het boek is gebaseerd op bronnen uit het Buitenlands Historisch Archief. Er is ook een Apostolisch Archief in het Vaticaan. Alles is nog niet gelezen en beschreven.

 

Door dit boek, met de ondertitel de Joden van Pius XII, weten we nu wat zich afspeelde in de directe kringen rond paus Pius XII en hoe er op hoog niveau diplomatiek overleg was tussen het Vaticaan, de nazi’s en in het bijzonder de Duitse ambassade. Johan Ickx beschrijft van dag tot dag in detail wat er gebeurde.

“Het is 1 mei 1944, de geplaveide straten werden herboren in de lentezon, de ruïnes van het keizerrijk uit vroeger tijden werden wakker uit de winterslaap en verwelkomden een nieuw leven. Jonge groene wortels zochten een plek om door te breken in de spleten van de antieke bakstenen muren en nieuwe knoppen komen op. Rome is nooit zo mooi als in de glorieuze meimaand.
     Toch hing er een donkere wolk boven de stad. De kakafonie van het dagelijks leven in de Romeinse lente verstomde door het geluid van laarzen die stampten op de stenen van de pleinen. En in die echo’s trilde achter de gesloten luiken van de huizen een verraderlijke stille angst.
     Want op die avond vol lentegeuren volgden twee SS’ers stiekem hun prooi, een man in een pij. Heimelijk, in burgerkleding, volgden ze stilletjes de “monnik” door de straten van Rome”
Zo leidt Johan Ickx ons binnen in het angstige en bizarre avontuur van Anselmus. Hij verwoordt hier mooi de discrepantie tussen de verbeelding en de romantiek van het antieke Rome en de dreiging die daar heerste in de tweede wereldoorlog.
In dit zeer uitgebreide werk, een levenswerk volgens de uitgever, geeft de schrijver een beeld van Het Bureau, de nauwe kring van vertrouwelingen van paus Pius XII en schetst daarin de rol die deze paus speelde in de tweede wereldoorlog. Johan Ickx wil het beeld dat in 1963 op het toneel werd neergezet in het beroemde drama Der Stellvertreter van Rolf Hochhut een andere kleur geven. Dit werk, volgens Ickx bedacht en gefinancierd door de Sovjet geheime diensten, geeft een geheel vertekend beeld, dat zich als een virus over Europa verspreidde. Dat beeld dient herijkt te worden, aldus Ickx.

Hochhut schrijft in dit toneelstuk dat paus Pius XII op de hoogte werd gebracht van de moorden op de Joden op het moment dat deze plaatsvonden en hoe hij weigerde daar openlijk of via diplomatieke kanalen tegen te protesteren. Het belangrijkste argument daarvoor zou zijn geweest dat de paus de neutraliteit, die de kerk had door een onpartijdige rol te spelen, niet in gevaar wilde brengen.

In zijn lijvige boek beschrijft Johan Ickx een groot aantal gebeurtenissen uit de tweede wereldoorlog aan de hand van documenten uit het Historisch Archief. Gebeurtenissen die zich afspeelden op verschillende plaatsen in het bezette Europa. Het Vaticaan moest er onder wisselende en moeilijke omstandigheden de goede diplomatieke weg zien te vinden en grote omzichtigheid betrachten bij alle pogingen om hulp te bieden aan vluchtelingen en bedreigde mensen die aanklopten.

Hoofdstuk 16 van het boek is gewijd aan de arrestatie van Anselmus en de diplomatieke bewegingen die daarop volgden: “… de dossiers van het Bureau, die gevonden zijn in de Historische Archieven, werpen nu een veel helderder licht op de gevolgen van de gebeurtenissen en de storm die zijn arrestatie veroorzaakte”.

Het boek vertelt in het kort over de Rome Escape Line, over de organisatie en over Monseigneur Hugh O’Flaherty die vanuit het Vaticaan de activiteiten leidde.
Johan Ickx introduceert Anselmus als “een andere sleutelfiguur”, die nauw verbonden was aan de Rome Escape Line. Een priester die weliswaar veel minder bekend is geworden, maar die grote waardering verdient. Hij benoemt Anselmus, destijds met schuilnaam Dutchpa, als een man die “zijn werk deed in de stad en de straten van Rome en die elke dag zijn leven riskeerde voor het verzetswerk”. Hij heeft in de Historische Archieven een uitgebreid dossier aangetroffen dat onthult hoe het moedige werk van Anselmus hem in een zeer gevaarlijke situatie heeft gebracht en hoe dit leidde tot een diplomatiek conflict tussen de Duitsers en de Heilige Stoel. Een conflict dat de Rome Escape Line en al haar mensen in gevaar had kunnen brengen.

Voor zijn beschrijving van de arrestatie van Anselmus gebruikt Johan Ickx als bron dezelfde of nagenoeg dezelfde tekst als die van de dagboekaantekeningen van Anselmus die wij kennen. Er lijken enkele verschillen; deze kunnen veroorzaakt zijn door de taal waarin ze zijn geschreven. De dagboekaantekeningen die in ons bezit zijn, zijn oorspronkelijk in het Frans geschreven en we sluiten niet uit dat in het Vaticaans archief een Engelse tekst zit die Anselmus maakte voor de Britse overheid; deze had hem om documentatie gevraagd met het oog op de toekenning van de ridderorde Member of the Order of the British Empire. Het kan ook zijn dat er een tijdspanne zit tussen verschillende versies van Anselmus’ dagboekaantekeningen; die heeft hij na de oorlog pas gemaakt.

Anselmus schreef in zijn dagboekaantekeningen dat hij – voordat de klopjacht op hem begon - door Monseigneur O’Flaherty was gewaarschuwd dat de Duitsers hem in de gaten hielden. Een bijzonder element dat Johan Ickx inbrengt vanuit de archieven is dat Anselmus “misschien dankzij een informant” werd gearresteerd. In zijn boek “Rome, city in terror” bevestigt Victor Failmezger het bestaan van een dergelijke verrader. Hij schrijft: “Father Musters had been fingered by an unidentified “V-Mann” spy recruited by the SS and working inside the Vatican. The V-Mann had the priest trailed by the Gestapo when he left the safety of the Vatican”.

Deze V-Mann (Vertrouwensman!) wordt later gekoppeld aan de naam van ene Pasqualino Perfetti. Volgens de krant Il Messagero was deze Perfetti aanvankelijk medewerker van het Vaticaan en lid van de Rome Escape Line. Op 13 maart 1944 werd hij gearresteerd door de Bende Koch, een speciale politie-eenheid, verantwoordelijk voor talloze misdaden, martelingen en moorden. Perfetti zal in dienst treden van luitenant Koch en waarschijnlijk later Anselmus verraden.


Terug naar Anselmus in Santa Maria Maggiore. Nadat het Anselmus was gelukt de basiliek in te vluchten, ontstond er een ruzie. De Duitsers bleven zich beklagen bij de commandant van de Palatijnse Garde en de commissaris van de Vaticaanse politie die een post hadden buiten bij de basiliek. Koste wat kost probeerden die laatsten te voorkomen dat de SS’ers zich toegang verschaften tot de kerk, die waren immers bezig een internationale grens over te steken.

Ze bleven herhalen dat het binnengaan in de basiliek voor de Duitsers verboden was omdat deze toebehoorde aan de Vaticaanse Staat. Het Vaticaan beschikte over een extraterritoriale status sinds het Verdrag van Lateranen met Italië in 1929. Het feit dat de Duitsers Italië hadden bezet betekende niet dat dat ook gold voor het Vaticaan; de situatie in Rome was ongewoon doordat de gebouwen, het paleis, de kerken en zelfs de parkeerplaatsen die verspreid in Vaticaanstad liggen, tot het Vaticaan behoren.

Er zit heel veel materiaal over de zaak Anselmus in de dossiers van het Historisch Archief. Johan Ickx stuitte op dossiers die uitpuilen van ontelbare getypte getuigenverklaringen die na het incident zijn verzameld. Het is onmogelijk voor hem ze allemaal te citeren. Dus moet hij een keuze maken en hij licht er uit wat een Palatijnse Gardist, genaamd Filippo Cannizzaro, zegt te hebben gezien die dag.
Deze Filippo Cannizzaro vertelt dat Anselmus zich in de sacristie bevond en de Gardisten uitlegde dat hij gevolgd was, liever gezegd, achtervolgd. Anselmus had verteld dat een kwartier van tevoren enkele figuren hem staande hadden gehouden op de Piazza Santa Maria Maggiore, precies tussen de obelisk en het kerkplein, en dat ze hem hadden gevraagd zijn papieren te tonen maar dat hij probeerde dat te voorkomen. Hij had voorgesteld dat ze hem zouden volgen naar de basiliek en gezegd dat hij zijn papieren binnen zou laten zien. Ze werden daar woedend over. Cannizzaro vertelt dat Anselmus, direct na binnenkomst in de basiliek, probeerde op alle mogelijke manieren onder bescherming van de Gardisten te komen. Waarom wist hij ook niet, maar hij verklaarde wel dat de Gardisten er goed aan dachten te doen de priester naar de sacristie te brengen en de Monseigneurs te waarschuwen die zich in de basiliek bevonden.
De SS’ers  probeerden intussen Anselmus naar buiten te werken en stonden erop dat de Gardisten Anselmus zouden overdragen met het argument dat hij een Engelse spion was. Maar, aldus de Gardist, het hoofd van de beveiliging, Ghergi, gaf de Duitsers opdracht onmiddellijk de basiliek te verlaten omdat zij zich op extraterritoriaal grondgebied bevonden en niet het recht hadden naar binnen te gaan. Ze zouden er wel voor zorgen dat de priester niet kon ontsnappen, dat ze hem niet uit het oog zouden verliezen, maar dat hij wel bij hen bleef. En dat laatste gebeurde dus niet.

Het werd een serieuze rel met mogelijk grote effecten. Domenico Tardini, de rechterhand van kardinaal-staatsecretaris Luigi Maglione werd met deze zaak belast. Maglione was in het Vaticaan verantwoordelijk voor het buitenlands beleid en de diplomatieke relaties.
Deze Tardini, een heel slimme diplomaat volgens Johan Ickx, was zich bewust van het grote belang dat het Vaticaan in deze zaak had. Het ging om het vitale belang de grenzen en de extraterritoriale zone te verdedigen. Als deze in gevaar zouden komen zouden de Duitsers regelmatig invallen gaan plegen in de eigendommen van de Vaticaanse Staat. Het leven van duizenden mensen, onder wie honderden Joden die daar ondergedoken zaten, zou ernstig bedreigd worden.
Een heel gevoelige zaak dus en uit de verslagen van Tardini blijkt hoe Pius XII zich persoonlijk inliet met de zaak en zelf de cruciale beslissingen nam voor het voeren van de onderhandelingen met de Duitsers.

Op 3 mei 1944 al, om 11.00 uur, achtenveertig uur na de arrestatie van Anselmus, riep kardinaal Maglione Tardini bij zich in zijn kantoor en gaf hem opdracht een opzet te maken voor een protestbrief aan de Duitse ambassade. Het Bureau gaat koortsachtig aan het werk: via Monseigneur Dell’Acqua, de binnenlandse prelaat en staflid van het Staatsecretariaat, en Maglione komt de brief bij Pius XII en deze geeft op 4 mei om 11.30 uur toestemming deze naar de Duitse ambassade te sturen.

Op hoge poten verschijnt de Duitse ambassadeur bij Tardini en vanaf dat moment ontstaat er een subtiel diplomatiek spel, dat in het boek tot in detail wordt gevolgd. Het dossier laat alle verschillende actoren de revue passeren.

De kern van de discussie is het grondgebied waarop de arrestatie plaatsvond. In het dossier zitten documenten met argumenten, getuigenverklaringen, al dan niet verzonnen door de Duitsers, juridische en staatsrechtelijke motiveringen, tekeningetjes van het gebeurde (zelfs een van Kappler, hoofd van de Gestapo), memo’s en korte krabbels.
In detail geeft het boek chronologisch de voortgang van het onderzoek van Tardini in de zaak Anselmus en de betrokkenheid van Pius XII.

Het boek noemt ook een tussenpersoon van Tardini, pater Pancratius Pfeiffer. Deze Duitse priester onderhield vanuit het Vaticaan het contact met de fascistische Italiaanse regering en met de nazi’s; die vertrouwden hem. Kappler schakelde hem zelfs persoonlijk in als boodschapper, terwijl uit het dossier blijkt dat Pfeiffer deel uitmaakte van de Rome Escape Line. Hij kwam ook in Via Tasso en heeft daar ongetwijfeld Anselmus opgezocht.
Kappler en pater Pfeiffer ontmoetten elkaar persoonlijk bij andere gelegenheden en deze dappere Pfeiffer probeerde steeds de Duitsers te bewegen tot vrijlating van gevangenen. Dat dat niet altijd lukte bleek een aantal maanden eerder. Namens het Bureau had hij een verzoek ingediend voor de vrijlating van burgers die op diezelfde 23e maart waren gearresteerd. Die arrestaties waren een vergeldingsmaatregel als represaille voor de moord op Duitse soldaten op de Via Rasella in Rome. Al deze gevangenen werden de volgende dag geëxecuteerd bij de trieste en beruchte massamoord bij de Ardeatijnse Grotten.
We moeten, aldus Johan Ickx, het gevaar dat pater Pfeiffer elke keer liep als hij naar het kantoor van Kappler ging niet onderschatten. Als deze laatste ontdekt zou hebben dat zijn vertrouwenspersoon in werkelijkheid een compagnon van O’Flaherty was – dezelfde man voor wie hij zoveel moeite deed om hem gevangen te nemen – zouden de gevolgen verschrikkelijk zijn geweest voor Pfeiffer.

NB. Deze Pater Pancratius Pfeiffer komen we ook tegen In het verhoorverslag van de Britse geheime dienst:
A German priest who was usually sent by the vatican tot he Via Tasso or to KAPPLERS’S office if there was any trouble over priests or anything else affecting Vatican interests. KAPPLER hated him and he said he was very anti-nazi. But there was also a great show of politeness and making of hearty jokes between him and the SD personnel.

Het overleg en de correspondentie tussen het Vaticaan en de Duitsers zijn niet verschoond van sarcasme, verholen afkeur en wantrouwen, van frustraties en diplomatiek venijn, van verbloemde woorden om te zeggen dat er werd gelogen. Tardini is volgens Johan Ickx een meester in het verbloemd noteren van leugenachtig gedrag.
Het onderzoek van Tardini gaat dagen door. Met nieuwe en door de Duitsers geënsceneerde getuigenverklaringen, met beschuldigingen over en weer. Er kwam ook verwarring toen bleek dat in het Vaticaan een interne dissonant werkte, kardinaal Canali, een sympathisant van het fascisme.

Pius XII had goed begrepen dat de situatie snel zou escaleren tot een gevoelig internationaal diplomatiek conflict dat een hoop problemen kon gaan opleveren. 
Op 5 mei neemt Pius XII zelf de regie in handen want de situatie ligt blijkbaar uitermate gevoelig. Hij besluit om publicaties over het voorval tegen te houden en zich volledig te concentreren op een strategie om het Vaticaan onafhankelijk te houden zodat het niet zou worden bezet door de Duitsers.

En intussen, stelt Johan Ickx, werd de arme pater Musters, terwijl het onderzoek verder ging en de tegenstelling groter werd, gemarteld in zijn cel en door Kappler persoonlijk verhoord. Elk uur dat hij doorbracht achter de tralies, was misschien zijn laatste en Ickx stelt zich de vraag wat er meer gedaan had kunnen kon worden om hem te helpen.
Anselmus was maar een eenvoudige priester; zijn zaak echter was van groot politiek en diplomatiek belang. Zelfs werd er omwille van de grote zaak verwarring gesticht over het staatsburgerschap van Anselmus. In een van de memo’s stond onderaan een simpele zin van paus Pius XII met de mededeling: 
     < P[ater] M[usters] is van Nederlandse afkomst maar hij is geboren op Malta  >
De reden van deze ‘leugen om bestwil’ was dat er vanuit Duitse kant een gerucht was verspreid - fake nieuws, zouden we nu zeggen - dat Anselmus van Maltezer afkomt was, hetgeen betekende dat de Zweedse Gedelegeerde het belang van Anselmus, zijnde Nederlands staatsburger, niet zou kunnen behartigen. (Het waren de Zweden die in de oorlog het diplomatieke werk deden voor Nederland). Met deze opmerking van de paus kon dat wel.
Volgens Johan Ickx komt het zelden voor dat geschreven notities van de hand van de Heilige Vader te vinden zijn in de Historische Archieven van het Staatssecretariaat. Deze korte opmerking onderaan op de interne memo, zegt volgens hem dus heel veel over de persoonlijke betrokkenheid van de paus. Immers, hoe kon Pius XII instemmen met een vermeende zekerheid over de identiteit en de afkomst van pater Musters? Daarom denkt Johan Ickx dat Pius XII Anselmus persoonlijk kende en dat hij, naast O’Flaherty en andere leden van de Escape Line, Anselmus heeft ontmoet.

Steeds kwamen er bij Tardini nieuwe, al dan niet ‘bedachte’ brieven en verklaringen binnen die de beeldvorming over de arrestatie verder moesten vertroebelen. De andere leden van de Rome Escape Line hielden zich intussen stil; zij waren allen terdoodveroordeelden als Anselmus zou doorslaan. Want in Via Tasso gingen de martelingen onder leiding van Kappler intussen ‘gewoon’ door.

Een nieuwe fase in de onderhandelingen breekt aan als de Duitse ambassadeur, Von Weiszäcker, met nieuwe getuigen en beweringen komt. En met chantage. Hij neemt een stellig standpunt in over de onrechtmatigheid van het optreden van de Palatijnse Garde bij de arrestatie van Anselmus. Tegelijkertijd spreekt hij een aantal verdachtmakingen en dreigementen uit. Hij chanteert het Vaticaan: geen ruchtbaarheid aan de zaak geven in ruil voor stilzwijgen van de Duitse ambassade. Hij oppert hoe gevoelig de situatie in Rome is door de aanwezigheid van priesters uit landen die in oorlog zijn met de Duitsers en dreigt “dat het hem niet zal blijven lukken de militaire leiding in toom te houden”. Hij insinueert ook in bedekte termen dat de extraterritoriale zones in Rome problemen opleveren.

Uit de documenten blijkt dat het overleg grimmiger werd: “En zo gaat het maar door. Deze twee leeuwen (Tardini en Von Weiszäcker) van de voorzichtige diplomatie bevechten elkaar met beleefde frasen om hun antipathie te camoufleren. In zo’n uitwisseling is elk uitgesproken woord, elke nuance in de toon, van belang.
En terwijl de woorden hoffelijk blijven, zijn de onderliggende spanningen dat zeker niet, verre van dat zelfs. Het is op je vingers na te tellen dat de Duitsers het Vaticaan er publiekelijk van beschuldigen de kant van de geallieerden te kiezen”.

Er komt overleg op het hoogste niveau, tussen de Staatssecretaris, kardinaal Maglione, en de Duitse ambassadeur Von Weiszäcker.
In de voorbereiding van dit gesprek komt een cruciaal punt op tafel dat Berlijn door de Duitse ambassade geheel buiten de zaak is gehouden. Het feit dat Berlijn niet vanaf het begin over de zaak ingelicht was, was belangrijk voor Tardini. Hij veronderstelde dat de Duitse ambassade bang was dat ze te ver waren gegaan. Hij werd hierin bevestigd toen ambassademedewerker Von Kessel meedeelde dat het “goed zou zijn als de ambassade aan Berlijn zou kunnen laten weten dat het incident is afgesloten”.
Toen bovendien diezelfde Von Kessel nog signalen afgaf over verschil in opvatting tussen de Duitse ambassade en de nazi’s, lag er een sterke troef in handen van de Vaticaanse curie.      
Kardinaal Maglione eiste formele zekerheid van de Duitse ambassade dat het extraterritoriale eigendom vanaf nu zou worden gerespecteerd. Belangrijk argument voor Maglione was dat al diegenen die waren ondergedoken in de gebouwen van het Vaticaan, zouden worden beschermd.
En zo geschiedde.

Maglione had zijn diplomatieke gelijk gekregen. Maar Anselmus?
Johan Ickx: “Wat misschien verrassend is, is dat Maglione niet één keer de naam van pater Musters noemt, bovendien ook niet rechtstreeks vroeg om zijn vrijlating, terwijl dat toch de aanvankelijke reden was waarom het Bureau de ambassadeur had uitgenodigd. Het zou kunnen dat ze nieuwe (maar foute) informatie hadden gekregen dat Musters bezweken zou zijn onder de druk. Bovendien zou door argwaan te wekken bij de Duitsers over het belang van deze Augustijner pater de hele Rome Escape Line wellicht in gevaar worden gebracht, niet alleen de dappere mannen die het organiseerden maar ook al diegenen die hielpen bij de vluchtacties.

Hij vervolgt: Een keiharde realiteit van de oorlog is dat de soldaten vaak opgeofferd worden op het altaar van de diplomatie. Misschien moeten we er niet meer achter zoeken”. Volgens Johan Ickx is Anselmus “meer dan ooit een held”.

Tot slot.
Het boek zal de komende tijd in meerdere talen worden vertaald; we hopen dat er ook een Nederlandstalige uitgave zal komen.
Het verslag van Johan Ickx heeft ons, familie, geraakt: er is een diplomatiek geschil uitgevochten over het hoofd van Anselmus. Het is zoals het werkt natuurlijk, maar het is wrang te beseffen dat onze opa en oma en onze moeder en haar broers thuis met smart zaten te wachten op bericht van Anselmus en zich grote zorgen maakten. Gelukkig wisten ze niet dat hun zoon en broer gemarteld werd door de Gestapo terwijl de diplomaten hun snavels bleven slijpen en na afloop elkaar ongetwijfeld de hand schudden.
Dat besef zal er misschien ook in het Vaticaan zijn geweest, wellicht ook bij de Italiaanse regering en zeker bij de Britse regering. Anselmus heeft na de oorlog grote waardering gekregen vanuit het Vaticaan en ook privileges. Waarschijnlijk zelfs ook een vorm van een schadevergoeding vanuit het Vaticaan of de Italiaanse of Britse overheid, waardoor hij na de oorlog een leven heeft kunnen leiden dat bij hem paste. We  vermoeden dat hij hierdoor heeft kunnen kiezen voor ander apostolisch werk dan binnen de muren van het klooster en bij de opleiding van seminaristen. Zijn heldengedrag is beloond.

Hij heeft zich ongetwijfeld met overgave en plezier bezig kunnen houden met de zaligverklaring van zuster Marie Adolphine. Nu we dit verhaal van Johan Ickx kennen, begrijpen we beter waarom hij toch is teruggekeerd naar Gent.
Na zijn vlucht in Florence en zijn terugkomst in Rome heeft Anselmus moeten herstellen van zijn verwondingen. Zijn vrienden en vriendinnen in de  strijd zullen hem daarbij goed hebben geholpen; velen hadden mogelijk hun leven te danken aan zijn zwijgen tijdens de verhoren.
Het bevreemdde ons steeds dat hij in 1945 terugkeerde naar zijn klooster in Gent van waaruit hij in 1937 naar Rome was vertrokken. Uit de keuzes die hij maakte en uit tal van documenten die we in ons bezit hebben blijkt dat Anselmus niet veel op had met het kloosterleven in Gent. Hij was een man van de wereld, hij was een prediker, hij had een groot netwerk met veel vrienden. Hij was een modernist en we denken dat Anselmus niet zo geschikt was voor het kloosterleven. Toch ging hij terug. Het kan niet anders dan dat de aanstaande zaligverklaring van zuster Marie-Adolphine een belangrijke rol speelde.

In 1943 had paus Pius XII besloten de zaligverklaring te effecturen die onder paus Pius XI in gang was gezet in 1926. Anselmus zat in Rome dicht bij de bron en was natuurlijk tot in detail op de hoogte; hij zal – Anselmus een beetje kennende – zich zeker hebben bemoeid met activiteiten in Rome rond de zaligverklaring.
In zijn Gentse periode van 1945 tot 1950 heeft hij intensief contact onderhouden met mensen uit Ossendrecht, onder wie Dien Mous, met wie hij in 1946 een script schreef voor een toneelstuk over het leven van zuster Marie-Adolphine. Hij kondigde in diverse kranten de zaligverklaring aan, schreef een uitgebreid artikel in de Leidsche Courant over Marie Adolphine en was betrokken bij het initiatief om met een Ossendrechtse delegatie naar Rome te gaan om bij de zaligverklaring aanwezig te zijn. Hij was daar samen met de delegatie op 24 november 1946 en zal zeker een goede gids zijn geweest in het Vaticaan en in de stad Rome waar hij de straten en steegjes heel goed kende.

Informatie over Anselmus en over de Rome Escape Line kunt u vinden op de website: 
https://anselmus-musters.jouwweb.nl/

KLIK HIER om de PDF van dit artikel te downloaden