CuBra

Albert Megens
1 gedicht uit 'Tussen aftrap & opstap'


Tussen aftrap en opstap Fadopress, Hoevense kanaaldijk 83, 5018 EB Tilburg,

in een bibliofiele oplage, gezeefdrukt en geïllustreerd door Walter Kerkhofs.

 

Oogsttijd

 

Nu bij iedere garve gerst die opgestoken

wordt, de afstand tussen mij en de hoogste

spanten van het rieten dak verkort, verdwijnen

zij schoof na schoof uit mijn gezicht.

Hij die zwetend als het paard dat hen hier bracht,

de gaffel heft naar haar. En zij, die halfweg

voor de verbinding zorgt tussen hem en mij.

De zware last van schoven valt van haar af

Het schrijnen dat mij treft als ik de oogst

stampvoetend plet, bederft geenszins de pret,

nu het koren rijst als het brood dat zij bekruist,

voor zij het snijdt en smeert, nu het gewijde

licht in het hoge schoor waar straks

mijn ziedend hoofd in steekt

zijn engelenhaar als spinnenrag stoffeert.

 

Op voorspraak van de rondzang

in mijn hoofd, tas ik het koren op.

In een tuimel van vermaak slaat het

voor me neer, nu zij vanuit de keuken

zingt als Jo Vincent en hij vol vuur

vanachter een rookgordijn

zijn twaalf rovers ment.