*
zware
klanken
verlacht
zij episch
en
onweerstaanbaar
drijft
zij en trekt zij
naar
zwarte lakens
een
knot in het haar
dromers
van haar wentelen
en
zweet op haar rug
verlangen
vergeefs
achter
gordijnen
bijbels
genot
*
parijs
bij nacht
weer
vergeefs gevrouw
en
de onderliggende stegen
zwart
als honger
alles
wordt waaiend riet
de
inzet van een groot verdriet
boulevardverdriet
STADSKOORTS,
1e druk 1979, 2e druk 1986. Uitgeverij WEL, Bergen
op Zoom.
Hagenaars
maakt gebruik van woorden die in hun oorsprong origineel lijken: ‘bunkerscheurend’,
‘lentezaad’, ‘vervliesd’ etcetera. Ze lijken in de verzen van
Hagenaars aan de ene kant geforceerd maar zorgen ergens ook voor een
krachtige dimensie.
Robin
Bruinsma, Brabants Nieuwsblad, 1979.
Voor
Hagenaars is Stadskoorts zijn debuutbundel en gezegd moet worden dat hij
meteen nogal wat registers opentrekt. Tussendoor af en toe ademhalen dus
maar dat mag geen bezwaar zijn. De debuutbundel van Hagenaars, gestoken
in een fel rode omslag, is geïllustreerd met werk van de kunstenares
Elisabeth Bonvarlet, met wie hij in Frankrijk al een expositie had.
Dagblad
De Stem, 1979.
De
rode draad is de vrouw, eenzaamheid, somberheid. Over het algemeen kost
het enige moeite om aandachtig te blijven lezen, omdat de
zwaarmoedigheid zwaar drukt, maar als je daar eenmaal overheen bent kom
je prachtige regels, stukken van gedichten tegen.
Samenvattend
kan gezegd worden, een bundel met kwaliteiten maar van de lezer wordt
wel enige inspanning verwacht.
Anni
Labak, Hommelrevu, 1979
Blijkens
de latere afdelingen is hij erachter, dat poëzie niet schilderen hoeft
maar zingen moet, en dan vanzelf meer van het Ik af gaat functioneren.
Maar of het dichten als gevecht om de vorm dan voor hem nog wel
interessant genoeg zal blijven?
Drs.
W. Diemer, Boekenzoekblad, 1980