Hagenaars
- het zij meteen maar gezegd - laat zien dat hij over een vaardige pen
beschikt. Per saldo is er sprake van een bevredigend debuut.
Friesch
Dagblad, 1988.
Dit
romandebuut is levendig geschreven, vooral door de vele gesprekken die
de partners goed typeren, maar meer nog door de trefzekere ruimtelijke
situering en bovenal door de suggestieve beschrijving van Parijs.
Prisma
Lectuurvoorlichting, 1988.
Mooie,
gevoelige debuutroman, waarin uiteenlopende motieven rond het thema
leven/liefde uitgewerkt worden.
Lectuurgids, 1988.
Hagenaars
heeft zeer vernuftig de verbinding weten te leggen tussen actuele en
onvergankelijke thema's.
Soester
Courant, 1989.
Het
geheel is bijzonder hecht gestructureerd, en het zijn de subthema's en
het thema, de symbolen en motieven die het boek de nodige diepte geven.
Dood Tij is een debuut dat je niet onberoerd laat. Hagenaars bewijst dat
hij het schrijven in zich draagt, dat hij goed weet hoe hij spanning
moet oproepen, hoe hij een roman moet structureren. Hagenaars weet wat
literatuur is.
Philip
Cailliau, Kreatief, 1989.
Inhoudelijk
heeft Hagenaars niets aan het toeval overgelaten. Met de maniakale
precisie van een dichter trouwens. Alles heeft zijn functie en blijft
intrigeren. De auteur laat vorm en inhoud op sublieme wijze samenvallen.
Hij is een gedreven vakman die zich ernstig met literatuur bezighoudt.
Deus
ex Machina, 1990.