St.-Job-in-'t
Goor.
Hoe vaak hebben we die plaatsnaam niet gelezen langs de E19 naar
Antwerpen?
Gelezen en doorgereden, wellicht nog even mijmerend over die
merkwaardige naam.
Maar
wie sloeg er af? Wie ging er ooit kijken om te zien welke
nederzetting
er schuil gaat achter die naam?
Wij wel. Sinds kort.
Omdat
een van onze zonen er een huis kocht.
Een
huis in enigszins bekommerde staat waar nog vele manjaren arbeid
te verrichten zijn, maar dat wel schitterende mogelijkheden biedt.
Voor
mij een kans om mijn reputatie van top-doe-het-zelver op te
poetsen. En om de plaatselijke bevolking te leren kennen.
Nou,
die mag er zijn.
In mijn worsteling om het oude sanitair lekvrij te maken was ik
die dag al twee keer naar Schilde gereden om daar in de bouwmarkt
pvc-bochtjes, wartels, verloopstukken, koperen knietjes en
afsluitkappen te kopen. Telkens bleek er iets toch niet helemaal
op de aan- en afvoerleidingen te passen.
Tegen de avond had ik het bijna voor elkaar.
Bijna, want dat stukje koperen leiding dat ik nog had liggen bleek
rond tien te zijn. En ik moest rond twaalf hebben.
Een
eindje koper van dertig centimeter rond twaalf, meer niet.
Toch
is dat erg veel om zeven uur 's avonds in Sint Job.
'De
Knutselaar', heet het winkeltje dat overgebleven is van de
bouwmarkt die er ooit in St. Job is geweest.
Ik
had er al eerder wat deuvels gekocht. Misschien ligt daar mijn
redding, dacht ik terwijl ik erheen reed.
De
aardige madam herkende me maar had geen eindje koper van twaalf.
Rond tien wel. Ik zag dat het haar oprecht speet.
Maar
ze kon me misschien toch helpen.
Als
ik bij de bank links af zou slaan, door zou rijden tot achteraan
en daarna rechts, dan zou ik daar op nummer 77 de loodgieter
Oostvogels vinden.
Zeg
maar dat zij van De Knutselaar u gestuurd heeft, dan gaat hij u
zeker helpen.'
Oostvogels
bleek inderdaad op 77 te wonen, maar zijn huis zag er verlaten uit
en het hekwerk eromheen was hermetisch gesloten. Geen bel. Ook
rammelen aan het hek leverde niets op.
Het
oude mannetje zag ik pas op het erf achter het huis lopen toen ik
al in mijn auto zat. Klein, mager, gebogen. Van voor de
fysiotherapie. Maar wel vriendelijk.Toen
ik hem mijn geringe behoefte over het hekwerk heen had
toegeroepen, knikte hij en schuifelde een rommelige schuur in.
Even later was hij terug met een stuk buis van ongeveer een meter.
Vervuild en voorzien van een overbodige koppeling maar
onmiskenbaar rond twaalf.
Hij stak het me over het hekwerk toe.
'Kunt ge hier iets mee doen?'
Ik wist zeker van wel en vroeg wat ik hem schuldig was.
Hij grijnsde.
'Het is van m'nne zoon, maar geef maar een halve euro.'
Toen
ik hem het muntstuk had overhandigd, hield hij het nog even omhoog
en bekende: 'Dit is voor mij een half pintje!'
Aan
zijn koperen buis mankeerde niets.
Een uurtje later was de koudwaterleiding naar de wastafel
klaar
en wist ik het zeker. Het is goed wonen in Sint Job.
|