Sommige
verhalen zijn sterk gedateerd. Daar moet je de jeugd vooraf wat
bij uitleggen. Dit is er zo een, uit de jaren vijftig van de
vorige eeuw.
Vroeger, jongelui, gingen de mensen op zondag altijd naar de kerk.
Zeker als katholiek was je dat maar geraden ook, want als je het
niet deed, had je meteen een doodzonde op je ziel.
De rode kaart van de kerk. Maar die kerk bood anderzijds veel
service aan haar gelovigen. Zo was er in Paterskerken iedere
zondag een dienst om zes uur 's morgens, speciaal voor vissers en
fuifnummers. Voor het handhaven van de orde was er veelal een
Suisse, een man met een driekante steek op het hoofd, een speer in
de hand en een sjerp over de borst waarop in gouddraad 'Eerbied
in Gods huis' was geborduurd.
De drie
studenten van de kunstacademie hadden een bijzonder gezellige
nacht achter de rug. Een feest met kunstbroeders dat tot half zes
's morgens was blijven bruisen. Geen drugs in die tijd maar wel
veel bier en geestverruimende discussies.
Rembrandt, Rodin, Picasso, Zadkine en Van Gogh, ze waren allemaal
besproken en hun beperkte vermogens waren genadeloos blootgelegd.
Vanaf die nacht zou een volkomen nieuwe kunststroming de wereld
gaan verbazen.
Joost en
Anton moesten Felix onderweg naar de Paterskerk
stevig ondersteunen. Aan de zondagsplicht zou worden
voldaan. In de Paterskerk strompelden ze de laatste bank in,
nauwlettend gadegeslagen door de Suisse.
Ingeklemd tussen zijn twee vrienden werd Felix zo goed mogelijk
bij de les gehouden. Het lukte zelfs om hem tijdens de lezing van
het Evangelie staande te krijgen.
Tijdens de preek echter viel Felix in een diepe slaap. Wat hij in
zijn dromen beleefde is nooit bekend geworden. Bezocht hij een
theater? Viel hem een gloedvolle politieke redevoering ten deel?
Feit is in ieder geval dat Felix aan het einde van de predikatie,
door hevig voetgestommel en luid neerklappende stoelzittingen uit
zijn slaap gerukt, verward ging staan en luid begon te
applaudisseren.
In
minder dan dertig seconden stonden de drie studenten buiten.
Verjaagd door de man met de steek, de speer en de sjerp. De sjerp
met in gouden letters: Eerbied in Gods huis.
|