|
Grietje Koeman
|
Ruik
het gemaaide gras - Nu
dood hooi, wat muffer in de winter maar
geuriger, deze zomer - In
de lege koestal valt zacht licht door
vuile kleine ramen waar
in de roestige kozijnen seizoenen vol
geuren nestelen, zelfs mest,
melk en pap voor de varkens. Het
kot is leeg, maar gierend
komen de biggen aangerend. Door
lagen spinrag, met een snelle spin langs
de hoek wegkruipend, filtert
het licht in de lege stal. Buiten
brandt de zon op levend gras, smeerwortel,
zuring, boterbloem. Minieme
insecten kriebelen over armen en benen als
ik de staldeur dichttrek. Ver
weg achter het hek gaan
in een andere wereld de koeien, tevreden grazende - |