|
Grietje Koeman
|
Komen
ze aangedribbeld snelle
oude vrouwtjes in het zwart op
weg naar de markt. Altijd
loopt er een vooruit met
lange benen in
rijglaarsjes. Draait
hoekig haar kopje naar
links, naar rechts. Venijnig
spiedend of de buurt haar wel ziet. Achter
haar aan het
clubje vrouwen, haastig volgend, kwebbelend,
trippelend. Rukkerig
omziend met
hun spitse neuzen omhoog gericht tetteren
ze wat af: 'Zien
jullie ons wel? Wij
zijn samen op weg, op
weg naar de markt. Gaan
zwarte stof met spikkels keuren voor de lente: Wie
het eerst komt, het
eerst maalt!' Zo
lopen ze, de zwarte vrouwtjes. Haastig,
wijdbeens, koersen ze af op de talrijke koopjes van de markt |