Nog net in
de eerste helft van de negentiende eeuw, op 15 maart
1847, wordt in de Windmolenbergstraat in ’s
Hertogenbosch Willem Adrianus Offermans geboren. Voor
familie en vrienden heet hij gewoon Willem. Hij draagt
de naam van zijn moeder; zijn vader wordt bij de
aangifte als onbekend opgegeven. Een gegeven waaraan ik
ten zeerste twijfel. Dat durf ik met stelligheid te
beweren, nu het verhaal dat mij al zo lang bezighoudt
een antwoord gekregen lijkt te hebben.
Als directe
afstammeling van Willem in de vijfde generatie ben ik
jaren bezig geweest het familieverhaal te achterhalen.
Intussen is dit verhaal geworden tot een behoorlijke
stapel informatie. Al gravend in archieven kwam ik in
contact met personen die met de familiegeschiedenis van
dezelfde naam bezig waren. Het is nog maar kort geleden
dat de heer Paul Orbons uit Amstenrade mij een berichtje
zond over het Versenboek van ene P.H. Offermans.
Deze vondst leek interessant voor de geschiedenis van de
Offermansen in het algemeen. Mijn bevindingen over dit Versenboek
verhaal ik in een ander hoofdstuk.
Bestudering
van dit unieke Liederenboek leverde een opmerkelijke
ontdekking: niet P.H. maar W. Offermans bleek de auteur
te zijn. Feiten als het handschrift en de data die
Offermans in zijn Versenboek noteerde vormden het
onomstootbaar bewijs dat het hier om mijn voorvader
bleek te gaan. Een onvergetelijke ontdekking die alle
open vragen van een antwoord voorzag. Na enkele
generaties bestaat nog steeds de overtuiging dat Willems
vader een bijzonder of rijk man was. Dat moet hem ooit
zelf zijn verteld.
Willem was
amper twee jaar toen zijn moeder overleed. Ook zijn oma
was drie weken daarvoor overleden. Waar hij opgroeide na
die tijd is niet bekend. Er zijn aanwijzingen dat hij
een studie gevolgd heeft, die bekostigd is door zijn
(pleeg)vader. Dat hij buitengewoon goed op de hoogte was
van wat er in de wereld gebeurde, van de geschiedenis en
van de politiek, blijkt uit de inhoud van zijn liederen.
Zijn taalgebruik wijst ook in de richting van een
onderlegd man.
Hij is
twintig wanneer hij als soldaat in dienst gaat bij het
zesde Regiment Infanterie. De teksten die hij schreef of
verzamelde droeg hij voor als entertainer. Dat hij niet
alleen als straatzanger optrad, maar ook zijn
medesoldaten amuseerde met zijn voordrachten blijkt uit
de onderwerpen van zijn verzamelde verzen.
Willem
tekent in 1878 opnieuw een contract voor zes jaren
dienst. Zijn vrijgezellenleven eindigt als hij in 1886
met Adriana van Uden trouwt. Met landbouw verdient hij
zijn kost. Hij overlijdt op 52-jarige leeftijd op 18
september 1898 in Veghel. Twee dochtertjes en het
zoontje Antonius blijven met hun moeder achter. Ook
Antonius, bij wie ik als kind geregeld op bezoek kwam,
schrijft en verzamelt teksten en draagt ze voor op
feesten. Dit talent wordt ook op vier kleinkinderen van
Willem overgedragen, en nog twee volgende generaties
verder gegeven. Waarom ik (tekst)dichter ben geworden…?
|