W. Offermans en zijn 'Versenboek' (1867)

Hollandsche Gezelschap Liederen

Redactie: Leonie Robroek

Informatie

Bron: Hollandsche Gezelschap Liederen (handschrift)

Auteur: W.Offermans

Datum: 1872

Titel : Jan Onrust

Genre: Vermaak, nonsens

Wijze: niet aangegeven

Pagina: 103-105

Inhoud: Een gesprek tussen de pastoor en zijn buurman, waarin het ongeloof en geloof tegenover elkaar worden gezet op een humoristische manier.

Tekst

Jan Onrust

 

Wel Jan hoe gaat het vriend zijt gij in

uw dienst te vreden. Vroeg laatst Mijnheer

Pastoor aan buurman stalknecht Jan.

Ach neen Mijn Heer Pastoor was ’t antwoord

ik heb geen reden, Van heel content te zijn

Ik werk zoo hard ik kan. Van ’s morgens

vroeg tot s’avonds laat maar ’t kan

niet baten, Er is geen eind aan ’t werk

wie zou zoo ’n dienst niet haten.

Waarzoo volhandig is, En had ik ooit gedaan

Een oogenblikje rust, dan kan het nogal gaan,

Maar ’t is altijd Jan legt vuur aan.

Jan brengt pijpen. Is nog de courant niet weg

Vergeet ge het messenslijpen Zaalt ’t paard op

Neen komt hier maakt eens mijn laarzen schoon.

En altijd haast U wat, zoo word ik het

nooit gewoon. Ik loop, ik draaf, ik zweet.

Ik word nog gek en dol. Mijn Heer Pastoor.

ik hou het in zoo een dienst niet vol.

Geduld, geduld, mijn vriend, ik moet U op

doen merken, Hernam Mijn Heer Pastoor

dat God den mensch tot werken bestemd

Heeft* ’t is Gods wil, dat elk van ons in

’t zweet Zijns aangezigts zijn brood in deze

wereld eet. Dit leven is slechts kort, aan

Gendsche Hemelkust*, Smaakt* gij eens

van zorgen vrij een ongestoorde rust.

Och neen Mijn Heer Pastoor, dat kan

ik niet gelooven, Zei jan gelijk als hier, zoo

gaat het ook hier boven. En ik durf wel

wedden, dat ik naauwelijks daar verschijn

Of ’t zal bij ’t ander werk het zelfde deuntje

zijn. Haal gaauw de zon eens in, en brengt

wat sterren buiten. Schuif deze wolk eens

weg, Gij moet de maan eens snuiten

Haal gouw de gieter vol uit onze waterkom

Nog (nog) een nog een nog gooi de regenton

maar om, Grijpt nu de blaasbalk Jan en

Jaagt wat wind naar onder.

Schiet vlug een vuurpijl af en helpt een

handje donder, Neem verf en kwast en

kleur de regenboog wat op.

Zoo gaat het dag aan dag in draf en in galop.

In ’t kort Mijn Heer Pastoor, er is naar

mijn gedachten. In ’t ander leven zelfs

Voor mij geen rust te wachten

 

22 Jan

1872.

 

* Heeft ’t is = lees: heeft. ‘t Is

* Gendsche Hemelkust = gindse, overzijde; het hiernamaals, de Hemel

* smaakt = geniet