INHOUD TONY ANSEMS
HOME

CuBra

Copyright

2008

Ed Schilders

&

Stichting Cultureel Brabant

 

 

Ongeveer veertig jaar geleden emigreerden Tony Ansems en zijn echtgenote vanuit Tilburg naar de Verenigde Staten. Ze vestigden zich in de staat Wisconsin, in het stadje Neenah. Daar bouwden ze aan hun Amerikaanse toekomst maar hun muzikale Tilburgse achtergrond bleef ook een rol spelen in hun leven. In 2008 maakte Tony met zijn muzikale familieleden, vrienden en bekenden een CD waarop hij zijn teksten zingt in het Tilburgs dialect op de melodieën van vooral country-hits.

 

Over deze bijzondere CD schreef Ed Schilders een column in het Brabants Dagblad / Tilburg Plus van 16 oktober 2008

Op steel guitar

Een van de mooiste momenten op ‘Tilburgse Liekes American Style’, een Tilburgse cd van de Amerikaan Tony Ansems, zit in het zevende nummer. Dat heet ‘Aachter in de sintelpad’, waarvan de tekst over Tony’s jeugdjaren gaat. In het artikel over Ansems dat afgelopen zaterdag in deze krant stond, konden we lezen dat die sintelpad een halve eeuw geleden ‘achter de Pijlijserstraat’ liep ‘bij de Waterhoefstraat’. In de afzondering van dat sintelpad hoorde hij zijn eerste schuine mop, speelde hij met vriendjes wielrennertje, en kuste hij ‘the girl nextdoor’, ‘’t mèske van de buure’. Van zijn ome Janus leerde hij gitaar spelen.

Ergens in de jaren ’60 nam Tony afscheid van het café van San van Dongen op het Pieter Postplein om te emigreren. Hij woont nu al weer zo’n veertig jaar in Neenah, in de staat Wisconsin. Maar toch. Een oude Franse wijsheid zegt dat iedere mens ooit moet terugkeren naar de eerste liefde uit zijn jeugd. En Tony Ansems doet dat nu dus met zijn cd: terug naar Tilburg en het Tilburgs. En natuurlijk vooral die sintelpad.

Ik draai die cd nu al dagenlang. De melodieën zijn meestal klassiekers uit de country-muziek. Bij de productie is niet bezuinigd op een blazer meer of minder, violen, banjo’s, steel guitars, loepzuivere achtergrondkoortjes. En daarop zingt Ansems zijn eigen Tilburgse teksten. Over de Hasseltse kapel, jokeren, vissen, de mosterd die Abraham op het Piusplein haalde, en oma die wordt aangereden door het paard van Sinterklaas (met de regel: ‘Ze zaat goed vol mee boerejonges’). Of het nummer dat ‘De dochter van Dorus de Boer’ heet. Over een knap maar onbereikbaar meisje, want ze is ‘van den hôoge staand’. En dus zingt Tony als hij haar weer ontmoet: ‘Ze zaag me goed te staon/ Mar ze zaag me nie te hange.’

Zo gaan die dingen. Nooit kun je helemaal afscheid nemen van je jeugd. Het beste wat je kunt doen is terugkeren. Met een lied of een gedicht. Tony Ansems is niet de eerste die dat doet. Integendeel. De allereerste dichtbundel in het Brabants dialect die ooit verschenen is, was ‘Een busselke Braobaansch’ van H.A. Sterneberg. Dat was in 1932, toen Sterneberg al vele jaren pastoor in Batavia was. Maar zijn moedertaal kon hij daar niet vergeten als hij wou dichten of zingen. Pater Piet Heerkens was in de missie geweest en had last van hetzelfde moedertaalsyndroom. Terug in Tilburg schreef hij zijn dialectbundels met daarin de tekst van wat tegenwoordig mag doorgaan voor het Tilburgs volkslied: ‘Ik zie oe daor zo gèère ligge/ Tilburg wòr ik geboore ben…’ Dat andere Tilburgse volkslied, ‘Zèède gij ene pronte meens’, is een variatie op het Roosendaalse volkslied, waarvan de tekst door Cees Dekkers geschreven werd toen hij rond 1910 naar Nederlands-Indië was geëmigreerd. En laten we Bernard de Pont niet vergeten. Die moest kort voor de oorlog naar Arnhem verhuizen, en schreef van daaruit columns in het dialect in een Tilburgse krant. In een ervan keert hij voorgoed terug naar de eerste liefde van zijn jeugd. Daar waar hij schrijft dat hij begraven wil worden aan de oevers van de Ley.

Zo past Tony Ansems in een lange traditie van verlangen naar de verloren jeugd.

Maar het mooiste moment op zijn cd is toch wel deze aankondiging van een muzikaal refrein: ‘Eej, hier is ôome Jaonus meej de stielgietaar’.