CUBRA HOME

INHOUD MIDDENSTAND

 

 

Onstuitbare Sinterklaasrijmen

 

Ed Schilders

 

(Dit artikel verscheen voor het eerst in het tweewekelijks tijdschrift Argus, 28-11-2017.)

 

Zie ginds komt de veerpont te Katendrecht aan

Wij zien er den Sint met zijn paardje op staan;

Nog enk’le minuten en Sint stap aan wal,

En SCHULTE de bakker verwelkomt hem al.

 

Dat moest, dat zal duidelijk zijn, gezongen worden op de melodie van ‘Zie ginds komt de stoomboot’, maar in tegenstelling tot de tekstdichter van dat liedje uit 1850, de onderwijzer Jan Schenkman, had bakker Schulte bij lange na niet genoeg aan acht regels. Hij was er eens goed voor gaan zitten. Zijn berijmde reclame voor zijn deegwaren in Het Volk van 1 december 1917 telt liefst tachtig regels. Hoe het deeg moet rijzen, de ovens gestookt moeten worden, de ‘machinegalerij’, de adressen van de filialen, hij berijmt het als betrof het een heldendicht. Goed, de helft van zijn broodfabriek is dan wel gesloten, maar ‘Dat is de schuld van het verlaagde broodrantsoen/ Maar beste St. Nicolaas, wat kun j’er aan doen.’ Zijn sterkste troef heeft de bakker bewaard voor het laatste couplet, de gezondheid: ‘Om die te bewaren, eet slechts Schulte’s brood,/ Want vergeet ge dit te eten, dan zijt ge gauw dood.’

 

Nog voor Sinterklaas en zijn paard één voet of één hoef op Katendrechtse dan wel Nederlandse bodem hebben gezet, wordt de nationale middenstand in de eerste helft van de vorige eeuw steevast getroffen door het virus van de rijmdrift. Logisch, want het lied en het rijm horen evenzeer bij de sinterklaastraditie als pepernoten en surprises. Voor zover ik weet is Sint-Nicolaas echter de enige die de volledige middenstand zo massaal en eensgezind naar de pen deed grijpen. Zelfs zijn werkgever kan daar drie weken later niet tegenop. Hoewel bakker Schulte met zijn tachtig regels een uitzondering is, mag de rijmader dan rijk vloeien, al zijn er uiteraard ook veel tweeregelige slogans: ‘Heer of Boer, Knecht of Baas/ Vragen Frenk’s artikelen aan St. Nicolaas.’ J. Marcus uit Amsterdam adverteerde landelijk met een snuisterijtje: ‘Wie Bruintje Beer kent, dien leuken baas/ Vraagt zijn zilveren portretje aan Sinterklaas.’ (Beide in 1931.)

De wat langere verzen zijn de aardigste. Zoals dit vers van een tabakswinkelier uit Tilburg (1920):

Ach lieve, beste Sinterklaas,

Je houdt zoveel van kinderen,

Maar denk ook aan den ouden baas

En berg [voor] mij in je grooten zak,

Je weet niet hoe ik daar naar snak,

Zoo’n pakje ‘ Ideaal Tabak’.

 

Alles wat poëzie ontsiert en middenstandsrijm zo leuk maakt, komen we tegen. Rijmelaars die de regel van ‘beperking en meesterschap’ niet onderhouden, vliegen regelmatig hartstochtelijk uit de bocht met opsommingen als die van Louis de Leeuw uit Hilversum: ‘Een groote keuze Prenteboeken, Kinderserviezen, Dominospelen, Elastieke Ballen,/ Bouw- en Plakdoozen en  Poppen die de kinderen zeker zullen  bevallen’. (1891) Of:

Waschmachines, Wringers,

Strijkijzers, al dat gemak

En niet te vergeten

Gasaansteker met batterij

Stak hij niet in zijn zak… (1932)

 

Pas aan het eind van de 21 regels blijkt dat dit een rijm is van de firma Derksen, ‘Handel in Rijwielen’.

Middenstandspoëzie is vooral aardig omdat er in feite helemaal geen regels zijn. En dus kan het gebeuren dat de firma Delmee uit  Den Bosch in 1908 adverteert met een sinterklaasrijm van 28 regels, samen goed voor 261 woorden, waarin slechts één artikel wordt aangeprezen: ‘Een prachtrand aan uw lamp zoo gij ze nergens vindt/ Een sieraad in uw huis, ’n vreugd voor vrouw en kind’. Het lijkt te gaan over kralenranden die aan de kap van een olielamp werden gehangen.

Wat de vorm betreft mag ik nog wijzen op een vrij uniek naamdicht van bakker Simons uit Den Bosch.  De eerste letters van de versregels… nou ja, u kent het van ons volkslied. Die eerste letters waren in dit geval: D Simons Bakker S Bosch. Ik citeer slechts de regels S, B, A, K:

Speculatie van 30 en 40 cent, die zijn van ons overbekend

Boterletters, zeer goed gevuld en zeer fijn van 60 cent

Allerhande taai-taai, beroemd en zeer fijn

Krakelingen en alle soorten banket, die bij ons verkrijgbaar zijn.

 

Bakker Schulte mag het langste sintermiddenstandsrijm geschreven hebben, het meest herdrukte vloeide uit de pen van Catz Levertraan, tegenwoordig actief onder de naam Catz International. In 1912 verscheen het voor het eerst.

In den kinderkring gezeten,

Spreekt Mama van Sinterklaas.

Hij zal ons toch niet vergeten,

Roept de jongste kleine baas.

Maar Mama zegt, hoor eens vrindje.

Weet je nog van't vorig jaar,

Toen je hem zoo hebt bedrogen,

Jongens, jongens, dat was naar.

Sint vroeg toen met strenge blikken,

Nam je daagliks levertraan,

En je zeide, ja dat deed ik,

Maar je hebt het niet gedaan.

Ja, zei Piet, toen heb ’k gelogen,

Maar ’k ga fier nu voor hem staan,

Kijk hem flink thans in zijn oogen,

Want ik neem Catz Levertraan.

Elk jaar in november verscheen dit rijm in de kranten, voor het laatst in 1937.

 

Dat kan ik ook, zal een zekere B. gedacht hebben. Onder de naam Paradijsvogel bood hij zijn diensten aan als zelfstandig gevestigd rijmer in de Haagsche courant van 10 november 1913, met deze proeve van ekwaamheid:

Rijmen voor St. Nicolaas.

Daarin B. wel is een baas

En voor ’t feest van Bethlehem

Dicht hij ernstig en met klem

Maar voor ’t oude en Nieuwejaar

Maakt hij Verzen wonderbaar.

Gaat nu allen, spoedig gaat

32 Boekhorststraat.

Het piept, het kraakt, en het rammelt, dus Paradijsvogel zal het in november en december zeer druk hebben gehad.

 

 

 

 

 


(Ingezonden mededeling)