Zowel mijn grootmoeder als
mijn moeder gebruikte de hooikist, niet zozeer om
voedsel warm te houden maar om dat te laten nagaren. Dat betreft dus
zaken
die, zoals mijn vrouw het formuleerde, zichzelf moeten maken zoals
erwtensoep, rijstebrij, pudding etc. Ook voor het oprijzen van deeg werd
het
gebruikt.
Ik herinner mij dat ik tijdens de hongerwinter in Amsterdam (mijn vader
was
timmerman en ik was toen 12 jaar) meehielp bij het maken van enkele
kisten;
die werden gebruikt voor het nagaren van pulp van suikerbieten die
vooraf op
een noodkacheltje waren gekookt zover als dat mogelijk was. Mijn vrouw
zette
rijstebrij en griesmeelpudding inderdaad in het bed onder de dekens met
de
kussens en de peluw er boven op. Maar, zegt ze nadrukkelijk, dat moet
dan
wel een veren bed zijn want anders werkt het niet. Denk er ook aan dat
heel
vroeger stromatrassen in gebruik waren, zoals ik nog heb meegemaakt in
militaire dienst.
Voedsel opwarmen was practisch niet mogelijk in de tijd dat er nog geen
gas
was; probeer maar eens een kop erwtensoep op te warmen op een
kolenfornuis;
dat lukt niet.
Wat in Uw rubriek i.h.a. onder zuinigheid wordt vermeld is inderdaad in
de
meeste gevallen een kwestie van schaarste. Ik wil het gebruik van
margarine
in plaats van roomboter thans kwalificeren als zuinigheid maar in de
hongerwinter aten we geen suikerbieten uit zuinigheid; er was gewoon
niets
anders.
Maar als je inderdaad schaarse tijden hebt meegemaakt wordt je wel
zuinig in
sommige dingen; ikzelf bijvoorbeeld ga eerst proberen afvalhout te
vinden en
te gebruiken als ik iets wil repareren of maken; heel vaak bezoeken we
met
succes de kringloopwinkel; dat komt omdat we de oorlog hebben
meegemaakt. We
kunnen gewoon niets wegdoen.