Mijn moeder gebruikte ook de hooikist.
Hij was vrij groot, hij stond daarom op zolder.
In mijn herinnering mat die kist zo'n 80 bij 80 cm.
Mijn moeder kookte op maandag witte rijst (ik gruw er nog van).
Zij bracht deze aan de kook, en dan verdween de pan direkt in de
hooikist.
Tegen de middag kwam de volledig gare en echt nog warme rijst op tafel.
Voor mijn moeder, die tien kinderen, en dus een fikse was op maandag
had,
(en dan ging al het beddengoed nog naar de wasserij) was de hooikist een
uitkomst.
Veel van de
verhalen herken ik maar al te goed.
Ik herinner me nog dat ik een nieuwe jas kreeg.
Een NIEUWE!!!
Dus die hadden mijn drie zussen boven mij niet aangehad!
En ik mocht hem zelf uitzoeken!
Het werd een appelgroene(dat was wat in die tijd) houtje-touwtje jas.
Prachtig! Niks geen bruin of grijs of zwart of vaalgroen.
APPELGROEN!!
Maar ja, ik mocht hem niet naar school aan, dat was zonde.
Eerst alleen op zondag naar de kerk.
Je had in die tijd echt zondagse kleren tot schoenen aan toe.
Toen de volgende winter kwam, was de jas te klein geworden, en ging hij
in
de kast voor mijn jongste zusje. Erg he?
Dat is pas leed..
Wij hadden ook
een naaister, die kwam elke twee weken op woensdag.
Inderdaad jassen keren, kleren naaien, verstellen, lakens ook ja, en
exact
op de manier die beschreven wordt.
Ook hadden wij een inwonende hulp in de huishouding.
Nee, wij waren
niet arm, maar je wist niet beter, het was net oorlog geweest
en er was een cultuur van "dat doe je niet weg, dat kan nog goed
mee".
En dat doe ik zelf ook nog steeds.
Toen ik op de
lagere school zat, werden er flats gebouwd, dat waren huizen
boven elkaar, wel vier huizen! En daar zat een douche in!
Daar werd met verbazing over gesproken.
Wij hadden dus duidelijk een luxe huis, groot en met een badkamer.
Om die reden ben ik dus ook nooit naar het badhuis geweest. Jammer vond
ik
dat.