Ik
zat in Den Bosch op school, en ieder jaar tegen Sinterklaas kreeg ik een
tas met poppenonderdelen mee om naar de poppendokter te brengen, die
volgens mij toen in de Snellestraat zat.
Zelfs
poppen waarvan onderdelen kwijt waren, kon hij repareren. Mijn moeder
breide er dan weer nieuwe kleertjes voor van restjes wol, en Sint bracht
weer een nieuwe pop voor mijn zusjes.
De
jongens bij ons thuis wilden wel eens de poppenbenen en -armen gebruiken
om met neen vergrootglas door middel van de zon de poppenarmen en -benen
te laten smelten, en de poppendokter was dan de reddende engel.