Schoenen: Mijn vader had een schoenleest op de kop getikt en verzoolde
onze schoenen en ook de hakken. Bij de Hema kon men pakjes kopen met
daarin zolen en hakken voor een paar schoenen. Helaas zat alles er altijd
scheef op maar dat stoorde hen niet in het minst. Hij trok en klopte net
zo lang tot het redelijk recht zat.
Lakens: Van de versleten lakens werden zakdoeken, die mijn moeder ook nog
borduurde,
en slopen gemaakt.
Spijkers: In
zijn schuurtje was mijn vader hele tijden zoet met het recht slaan van
kromme spijkers, het ontwarren van opgespaarde touwtjes en het
gladstrijken van broodzakken.
Eten: Het
spekvet werd niet weggegooid maar op het brood gesmeerd waarop suiker werd
gestrooid. Ik eet dit nu nog en vind het nog steeds lekker.
Luiwijvenpap: Was er een pak beschuit gevallen dan werd dat niet weg
geknikkerd maar pap van gekookt. Wij noemden het Luiwijvenpap.
Verwarming: Als
mijn moeder en ik naar de stad gingen in de winter dan waren we de deur
nog niet uit of mijn vader had de kachel al uit gezet. Ook zette hij thee
voor zichzelf met koud water.
Hygiëne: Het
leukste vond ik dat hij de afwaskwast gebruikte om zijn kunstgebit te
poetsen. Tandenborstels vond hij veel te duur. Ook al bracht mijn moeder
een tandenborstel mee dan legde hij hem in de kast en keek er nooit meer
naar om.
Verwarming:
Sintels uit de kolenkachel werden gezeefd en de half opgebrande kolen
werden weer in de kachel gegooid. De sintels werden gebruikt om het
looppad te verharden.
Met kerstmis aten we balkenbrij en maakten we kerststerren van opgespaard
zilverpapier.
Kleding: Kapotte nylons werden ook niet weggegooid maar weggebracht om de
ladders op te laten halen.
Ik kreeg op mijn 10e verjaardag echte kunstschaatsen (voorheen schaatste
ik op bootjes, houten schaatsen met ijzers eronder) Op de groei
gekocht natuurlijk, maat 36. Ik ben nu 53 en ze passen me nog. Soms
schaats ik er nog op, ze zijn nog in prima staat en ik ben er erg zuinig
op.
Voor zijn verjaardag kocht ik het boek ‘0-8-15’ van Hans Helmut Kirst,
een oorlogsboek waar hij erg blij mee was. Toen ik een week later thuis
kwam lagen er twee dezelfde boeken op zijn rooktafeltje. Wat bleek,
hij vond het zonde om het boek te lezen dat hij van mij gekregen had en
leende bij de bieb hetzelfde boek en las dat. Ik vond dat zeer
aandoenlijk.