Een
oude lezers
Zoals
gebruikelijk lees ik op maandagmorgen steeds het artikel 'in het
web gevangen' en dan komen die oude herinneringen ook weer altijd
bovendrijven, over de nonnen, de le communie, over de pastoor,
etc, etc.
Nu
las ik afgelopen maandag ook wat over een z.g. cursus wat de
voorlichting aangaat, want in onze tijd wist je van geen
voorlichting. Ik ben van de jaren twintig uit de vorige eeuw, was
voorlichting helemaal geen gemeengoed! En als je dan die verhalen
hoorde van de generaties ons,
dan was het helemaal bar gesteld, want velen wisten van toeten
noch blazen!
In
ieder geval de meisjes! De jongens wisten toen over het algemeen
wel waar Abraham de mosterd haalde!
En
zo gingen dus vele meisjes onvoorbereid het huwelijk int met in
sommige gevallen met alle narigheid van dien!
Vaak
wordt er dan gezegd, dan waren ze toch wel erg naïef, geen wonder
was dat, want ze wisten nu eenmaal niets.
Zo
ook enige tantes in onze familie, er was er zelfs eentje bij, die
dacht dat een of andere Engel Gods de kindjes kwam brengen! Het
kwam in vele gevallen allemaal van O.L.H. !
En
onze andere tante was er heilig van overtuigd dat je altijd eerst
gehuwd moest zijn om een kindje van O.L.H. te krijgen. Want het
was toch ondenkbaar dat een ongehuwd meisje een kind kon krijgen!
Dat kwam ook wel voor, maar dat werd altijd onder de dekmantel
gehouden, want dat was natuurlijk een grote schande!
En
mijnheer pastoor, wel, daar werden ze ook niet wijzer van als men
bij hem moest komen vóór het huwelijk, want dat was toen de
gewoonte.
De
meisjes gingen er even wijs vandaan zoals zij er gekomen waren,
m.a.w. ze wisten nog niets.
Het
huishouden doen, koken en wassen, etc, ja, dat wisten zij in de
regel allemaal wel, maar het belangrijkste werd nooit gezegd!
Zo
overkwam het onze tante, die met oom bij de pastoor was geweest,
bij het afscheid had de pastoor nog wel gezegd, laat beiden het
zaad des levens niet verloren gaan! Buiten gekomen had tante tegen
oom gezegd, heeft de pastoor ook al verstand van zaaigoed? Want
oom had een kwekerij! Oom had toen lachend gezegd, mijnheer
pastoor ziet graag dat wij in ons huwelijk veel kinderen krijgen.
Tante
had in haar onschuld gezegd, dat zullen we maar overlaten aan
O.L.H.!
Dan
kunnen we daarop lang wachten had oom nog gezegd, en omdat wij
toch op trouwen stonden heeft oom mij wijzer gemaakt, vertelde
tante ons vroeger.
En
onze generatie was al wel iets wijzer op dat gebied.
Als
mijn oudste zuster wel eens tegen moeder zei, nou, je hebt het
toch maar goed getroffen met je dochters, trouwens ook met je
zoons, dat ze niet met een vlugje moesten trouwen. Dan zei moeder
altijd, ik heb altijd veel voor jullie gebeden tot O.L.Vr. en op
bedevaart geweest,
dat
jullie dat niet zou overkomen.
En
dan vroeg onze oudste zuster, waarom heb je ons dan eigenlijk geen
voorlichting gegeven' Dan zei moeder steevast, ach, over zoiets
sprak je niet, dat was zo intiem, want ik ben ook het huwelijk
ingegaan zonder voorlichting: Onze ouders wisten niet hoe ze
zoiets onder woorden moesten brengen, wellicht had dat te maken
met een zeker gevoel voor schaamte, of was het gene??
Trouwens,
vertelde moeder, het woord seksualiteit kenden wij niet, dat woord
hoorde je vroeger nooit.
Ja,
ja, zei tot slot mijn oudste zuster dan altijd. Als hier thuis
weer een kindje geboren was, dan waren wij bij de familie
ondergebracht, en als we dan weer thuiskwamen dan lag je ziek op
bed, z.g. ziek, en dan was je meteen ook een stuk magerder
geworden, en toen dacht ik als oudste al, dat kindje is uit
moeders buik gekomen, zo wijs was ik als oudste op den duur toch
wel, maar hoe het daar terecht was gekomen wist ik toen ook nog
niet?
Maar
mijn nichtje wist het wel, ja hoor, dat was zo’n wijsneus:de
ooievaar heeft dat kindje in jullie moeder haar buik laten vallen,
zei ze heel wijs.
Maar
ik was tenslotte ook niet meer van gisteren, zegt onze oudste
zuster nog wel eens, want toen zei ik, hoe kan dat nou, ooievaars
vliegen in de winter niet over ons huis.
Ga
ik nu nog eens terug naar de nonnen, die spraken vroeger over
onzedelijkheid, maar je wist eigenlijk niet goed wat dat
betekende, want een bloot been of arm was vlg de nonnen ook al
onzedelijk!
En
onze vlotte nicht liep vroeger met blote benen, en ons jongste
zusje had tegen moeder gezegd, Annie is toch zo onzedelijk. Och
God toch had moeder gezegd, wat heeft ze in Godsnaam gedaan??
Ze
loopt met blote benen zei ons jongste zusje. Maar kind toch, had
moeder uitgeroepen (die dacht dat er met Annie heel wat anders aan
de hand was) dat is toch niet onzedelijk! Wat is dat dan, vroeg
onze jongste zuster toen. Moeder twijfelde, maar ze wist er iets
op. Onzedelijkheid is, als een van je broers zonder onderbroek
door het huis lopen, zei moeder. Oh, zei toen onze jongste zuster,
ik dacht dat zoiets onfatsoenlijk was, dan zijn wij allemaal
eigenlijk onzedelijk omdat wij zonder kleren in bad gaan?
Dat
moet nu eenmaal, zei moeder, dat is geen onzedelijkheid, hou nu
maar eens op, als je later groot bent dan begrijp je dat allemaal,
einde verhaal.
Pubertijd
Mijn
oude neef die wel eens een weekje bij mij komt logeren, vertelt
nog wel eens wat over zijn jeugd, dat doe je als je ouder wordt.
Toen
hij in zijn pubertijd gekomen was (mannelijk werd) dacht hij in
eerste instantie dat hij een of andere kwaal had, want ja, er
veranderde iets op een bepaalde plaats! Opgevoed tussen 5 zusters
zonder broers wist hij niet wat hem overkwam op dat bepaalde
moment.
Bij
onze broers (zijn neven) durfde hij niets te vragen, wat had hij
toch, vroeg hij zich af?
Ik
voel mij niet ziek, maar toch hapert er iets.
Moet
U nu eens nagaan mijnheer Schilders?
Toch
vond hij er wat op, hij klaagde een paar dagen over buikpijn! Dat
dacht ik wel, had tante gezegd (zijn moeder) dat komt omdat jij
altijd veel te snel eet, ga maar eens naar de huisdokter.
Nou,
de huisdokter wist wel raad, en moest onze neef dus geruststellen,
en tevens voorlichten!!!
Mijn
overleden man wist vroeger in zijn pubertijd ook nog niet veel,
maar ging toch niet naar de huisdokter!
Hij
liet het gelaten over zich heenkomen.
Hij
groeide ook op tussen alleen maar zusters, en zijn 2e zuster was
al vroeg erg bijdehand op bepaald gebied, en was trouwens een stuk
ouder.
Zij
was bevriend met een echtpaar van gereformeerde huize, maar dat
terzijde. Op bepaald ogenblik gaf zij mijn man (als jongen) een
boekje over z.g. voorlichting!
Nou,
daar werd die jongen ook niet veel wijzer van, want het stond bol
van de zonden, en wat mijn man toen opviel, er stonden ook vreemde
woorden in, zoals onanie en zelfbevlekking, etc, etc, maar
duidelijkheid was er niet.
Nou
ja vertelde wijlen mijn man mij later, ik zocht het dus op den
duur zelf wel uit.
En
dan met een lach, ik ben met jou niet maagdelijk het huwelijk
ingegaan hoor, en ik denk de meeste mannen niet!
1e
communie
Dat
typt mijn broer.
Wij
als jongens van 7 jaar kregen de voorbereiding van meseur (zuster)
Jacobien met haar paardekop (dat vonden wij).
En
ook van meseur Johanna, dat was de non van het belletje. Op
signaal van dat belletje knielen, lopen, en tenslotte op de
communiebank knielen.
Meseur
Jacobien had een hogere positie, die vertelde over zonden, totdat
we allemaal een stel zondaars waren!
Nu
geef ik jullie de eerste les biechten zei ze toen met haar
mannelijke stem! En één voor één moesten wij onze zonden dan
bij haar biechten, allemaal van die leuterdingen, een koekje uit
de trommel gepakt, geen boodschap voor moeder gedaan, en
natuurlijk ook gelogen!
Dat
zijn de dagelijkse zonden, zei meseur Jacobien dan, daarmede doen
Jullie O.L.H. veel
verdriet.
En
dan kreeg je nog een heel verhaal, hoe slecht wij eigenlijk waren
(met 7 jaar).
En
dan als klap op de vuurpijl liet meseur Jacobien ons een grote
plaat zien waarop de Duivel stond met zijn bokkepoten! En
natuurlijk God in de Hemel met veel Engelen! En het vagevuur, daar
kon je nog ontsnappen hoor, de achtergeblevene op aarde zouden
daar voor zorgen!
Maar
de Hel nee, daar kwam je nooit meer uit, en je zag al die vlammen
roodgekleurd, en Pietje B zei wel, kijk meseur daar staan dode
mensen op die uit de hel willen kruipen, maar ze zijn nog niet
verbrand, hoe kan dat nou?
Mond
houden Pietje B, zei meseur Jacobien boos, ze moeten allemaal
branden in de Hel en daarmee uit!
En,
denk eraan, niet op de H. Hostie bijten hoor, dat is ten strengste
verboden, want het is Ons Heer die in jullie hartje komt.
Pietje
B zei zachtjes, dat slik je toch in, dan komt dat toch in je buik,
of zo, en keek toch wel wat bang naar meseur Jacobien.
Nou,
dan zat je op die le – communiedag steeds maar capriolen met je
tond uit te halen, want die hostie kleefde tegen je verhemelte, en
zie die maar eens los te weken met een droge mond.
En
dan zag je thuis wel eens dat je oudere broer een koekje uit de
trommel nam, en dan zei je heel vroom, dat mag niet dat is een
zonde, je hebt gestolen, dat moet je biechten. Maar dan zei je
broer, wil je ook een koekje, nou, dat pakte je wel aan, moet ik
dat nu echt biechten vroeg je dan. Mijn broer koos gewoon de
middenweg, en zei toen, nee, dat hoeft niet, als je er maar niet
teveel pakt.
Kees
van B.
Biechten
Wij
als meisjes die al in de 7e klas zaten moesten nog steeds iedere
maand te biechten. Op den duur wisten wij niet meer wat wij
moesten biechten, want wij hadden ook wel eens zondeloze periodes.
Mijn vriendin wist er wat op, dat had zij van haar oudere zus!
Tegen ons viertal zei ze, je moet eerst wat z.g. zonden liegen, en
mijnheer pastoor vraagt op het laatst toch altijd, ben je niets
vergeten? En dan moeten jullie zeggen, oh, ik heb ook nog gelogen
mijnheer pastoor, en dan krijg je de zegen en zijn meteen al je
zonden vergeven die je gelogen hebt!
Nou,
dat was een uitkomst hoor, nou was het heel wat gemakkelijker,
want anders zat je iedere maand jezelf gek te prakkizeren, wat heb
ik nou voor zonden gedaan?
Wat
was ik blij toen ik 21 jaar werd, toen hoefde wij niet meer te
biechten van vader, dat mochten wij toen zelf beslissen omdat
vader zelf een gruwelijke hekel aan dat biechten had, een
hardwerkende man, nooit tegen moeder harde taal gebruiken, altijd
erg zorgzaam, ieder het zijne geven, wat voor zonden deed nou zo’n
vader?
En
toen kwam Paus Joannes de XXIII en toen was het biechten niet meer
verplicht!
De
vastentijd werd afgeschaft, dat mocht je toen zelf beslissen. Wat
gek zei moeder toen. En vader zei, wat hebben ze ons toch altijd
voor de gek gehouden.
En
onze oude oom zei, zo, nou hoeven wij meer te eten zoals in de
vastentijd, want als goed katholiek moest je eigenlijk dan ook wat
minder eten vanwege het lijden van Christus.
En
onze tante Martha zei vroeger altijd, wij zitten aan de
scharretjes, en mijnheer pastoor aan de tong en de zalm, leve de
vasten!
Want
tante had dat aan Cato van de pastoor gevraagd, want die was trots
op haar kookkunst, en de pastoor zei dan ook meermalen, Cato wat
hebt ge de zalm toch weer lekker klaargemaakt (in de vastentijd).
En
wij als meisjes onder elkaar: moet meneer pastoor nou ook
eigenlijk biechten, je dacht dat zo iemand geen zonden kon doen.
Ja
hoor, zei Fientje onze vriendin, de pastoor moet bij de Bisschop
gaan biechten, nergens anders, dat heeft ons tante Dora gezegd en
die weet die dingen, want zij is van verschillende Broederschappen
zelatrice.
Toen
zei Treesje de L. ineens, ons vader zegt altijd dat jullie tante
Dora een kwezel is. Toen zei Fientje lachend, dat zegt ons vader
ook altijd stiekem!
Bruiden
Met
de jaarlijkse processie liepen er ook grote bruiden in de
processie, meestal al wat oudere meisjes die nog geen vrijer
hadden. Dezelfde Dora zei dan altijd, dat moet, ze zijn a.h.w. nog
onbesmet (wat was dat, vroeg je jezelf af). Nou, nou, zei Ome
Hendrik dan altijd, die van den duvel lopen ook mee in de
processie, en thuis vloeken ze als ketters! En verschillende
koorzangers zongen uit de maat, die waren na de Hoogmis al diverse
borreltjes gaan drinken in de herberg, en hadden allemaal rooie
koppen!
Daar
moet je niet zo op tellen zei vader altijd, want mijnheer pastoor
heeft zelf ook goed getafeld met een paar glazen wijn!
En
moeder met haar mantelpak met haar vossenbont om haar hals, die
leek de fabriek van 'Boldoot' wel, want het was soms erg benauwd
in de kerk, en ze had altijd kerkpepermuntjes in haar tas.
Kwam
ze thuis dan deed ze vlug een zomerjapon aan, en dan gingen we
wandelen (uitwaaien zei moeder dan) en vader had ook frisse lucht
nodig, want die had ook al diverse borreltjes gedronken!
Zwemmen
Wij
mochten vroeger wel gaan zwemmen, dat mocht ook niet iedereen!
Mijn vriendin mocht nooit gaan zwemmen, want haar moeder vond dat
niet passend, al dat naakt gedoe.
Dat
jullie moeder dat nu toch toestaat, zei de moeder van mijn
vriendin dan misprijzend, en jullie moeder is nog wel zo goed
katholiek.
Later
hoorden wij van onze broers wel wat anders, want die mochten
vroeger in de vacantie gaan logeren bij oom en tante in
Blankenberge (België). Wij ook als meisjes.
Tante
was een vlotte Belse en die hield niet van bekrompen gedoe. Onze
broers gingen met tante en hun neven en nichtjes dan ook vaak naar
zee, en als zij zich moesten aankleden, dan stonden onze broers
altijd maar te hannesen en zich z.g. te bedekken, wat aandacht
trok. Allez had tante gezegd, trek uw zwembroekske maar gewoon
uit, droog u af, en trek uw onderbroek aan, s.v.p. niet van dat
gewriemel en gefriemel, er zijn alleen maar twee geslachten op de
wereld, mannen en vrouwen. En ge trekt er alleen maar aandacht
mee. Nou, dat had moeder eens moeten weten, vertelde onze broer
ons later.
Want
onze jongens gingen met hun neven ook wel eens naar een of ander
bos om te spelen, en dan hadden ze in de regel geen badkleding bij
zich. Kregen onze neven het nogal warm, dan zeiden ze, kom, we
gaan in de Beek zwemmen.
Zwemmen
vroegen onze jongens dan, we hebben geen handdoeken en geen
zwembroek bij ons.
Allez,
zeiden dan hun Belgische neven, wat bent ge beide toch preutse
Hollanders. En bij de Beek gekomen trokken onze Belgische neven
alles uit, en sprongen het water in. Nou, onze jongens konden zich
niet laten kennen, en volgden het voorbeeld van hun neven.
Maar
hun neven zeiden wel: Ge moogt er thuis niet over klappen hoor!
De
jongste van onze jongens had nog wel aan zijn oudere broer
gevraagd, moeten wij dat nu biechten bij mijnheer pastoor? Ben je
nou helemaal gek, had zijn oudere broer gezegd, dan komt de
pastoor bij ons thuis, en krijgen ze misschien wel onenigheid
(ruzie) met oom en tante uit den Bels.
Wat
niet weet, wat niet deert, en er gebeurden helemaal geen oneerbare
dingen.
Er
was dus wel verschil in opvattingen. Zwemmen mochten wij dus wel,
maar onze broers mochten toen van moeder niet in de tuin gaan
liggen zonnen in hun zwembroek. En wij natuurlijk helemaal niet,
als meisjes. Onze jongste broer was al 30 jaar toen hij in de tuin
ging liggen zonnen met alleen zijn zwembroek, toen was moeder 60
jaar. Ja, toen durfde zij niet veel meer daarover te zeggen, en
vader vond het wel goed, die was in wezen veel vlotter!
En
dan denk ik vaak, ze moesten nog eens terugkomen in deze tijd, ze
zouden een hartverlamming of zoiets krijgen, want er komt
tegenwoordig van alles op de T.V.
Maar
ja, alles in zijn tijd, denk ik dan maar, vroeger was het geen
Hemel op aarde, en in deze tijd ook niet.
Daarom
zeggen wij als zusters en broers altijd, wij moeten met de tijd
meegaan, en toch onze waarden en normen niet vergeten, en daar
besluit ik mee.
Een
oude lezeres.
|