Hier
een voorval dat ik na 56 jaar nog steeds niet vergeten ben.
Het
was in die tijd dat in de kindermis 's morgens om half 8, de jongens en de
meisjes in de kerk sterk gescheiden werden en dat de meisjes verplicht
waren om een muts of hoedje te dragen in de kerk.
Ik
was 8 jaar, en het was de gewoonte net na de oorlog om de kleren van de
oudste over te dragen aan de jongere, en die jongere was ik.
Die
bewuste morgen dat we naar de kerk moesten regende het pijpenstelen.En
zodoende werd ik door mijn moeder aangekleed met een cape van mijn oudere
zus. Die cape was voorzien van een muts met daarin een elastiek die
daardoor bijna heel mijn hoofd omsloot.
In
de kerk aangekomen liep ik automatisch naar de linkerkant waar de jongens
zaten, en stapte al in de bank. Plotseling werd ik aan mij arm getrokken
door een non, en met een harde duw werd ik aan de aan de kant tussen de
meisjes geplaatst. Daar zat ik dan. Hoe kon zoiets gebeuren. Toen kwam ik
er ineens achter dat die muts van die cape nog om mijn hoofd geklemd zat,
wat nu.
Om
hier de gehele mis tussen de meisjes te blijven zitten leek mij helemaal
niets. Toen waagde ik het erop, ik stond op en in de middengang, in de
scheiding van jongens en meisjes, trok ik voordat die non die schuin
achter mij zat opsprong die muts van mijn hoofd, en schoof ik tussen mijn
kornuiten van mijn sekte in.
Ik
geloof niet dat die non zo'n snelle gedaanteverwisseling van
een meisje naar een jongen heeft meegemaakt.