Jan van
Oudheusden (1939)
Toen wij in 1939 onze eerste
communie deden in de kerk van het Goirke (pastoor van Beurden), moesten
wij 's middags naar het lof met onze gekregen cadeaus (beeldjes scapulieren,
rozenkransjes, etc.) hetgeen gewijd werd na de dienst; dan mochten
alle kinderen in de rij naar de pastoor om een prentje te halen, doch daar
mijn kameraad en ik van de parochie Groeseind kwamen, kregen wij geen
prentje; dit was voor mij en nu nog steeds een ernstige vorm van
discriminatie door die pastoor, en toen ik later in de streek van
Charleroi kwam waar mijn vroegere vriend inmiddels pastoor was geworden,
was dat het eerste wat hij zei: "Weet je nog, de pastoor van het Goirke,
dat zit mij nog altijd zeer hoog, en het zal mij niet overkomen dat ik
zoŽn streek zal uithalen met een kind van nog geen 8 jaar."