Karina
(1967) - met oproep (zie onderaan)
Ik
denk nog heel vaak aan mijn eerste communiefeest. Het was een heel
plechtige gebeurtenis in mijn ogen. Er werd in een soort kleurboekje
gewerkt in de klas. Het boekje had een blauw-witte omslag. Wij hadden veel
plezier en ook de slappe lach als we ‘godsdienstles’ kregen. Voor de
‘Premičre’ hielden we ‘Generale repetitie’ in de kerk; daar
werden we geďnstrueerd hoe we ons moesten gedragen.
Ik
had eindeloos gesmeekt om witte lakschoentjes voor de grote dag. Maar toen
de dag daar was, zag ik tot mijn grote teleurstelling dat het beige
gaatjesschoenen waren zonder lak! Dat was natuurlijk de praktische
instelling van een moeder die de touwtjes aan elkaar moest knopen.
Mijn
moeder had een ‘schattig’ jurkje gemaakt in het lila-roze, met een wit
schulpkraagje en nog wat tierlantijntjes. Dus origineel was ik wel!
Mijn
lange blonde haren waren omhooggewerkt tot een kunstig kapsel.
Waarschijnlijk heb ik ’s nachts met papillotjes in mijn haar geslapen,
want zo ging dat dan.
Op
de dag zelf zag ik dat mijn beste vriendinnetje eruit zag als ‘Sneeuwwitje’,
en zij had wél witte lakschoentjes aan! Ja, toen ging er wel een steek
van jaloezie door mij heen (maar ja, die hadden het misschien breder of
zo).
In
de kerk werden we allemaal in de goede volgorde gezet. We gingen twee aan
twee al schuifelend door de kerk, richting altaar. Ik liep hand in hand
met ‘Hadewych’, het ‘broekenmeisje’. Zij had altijd een broek aan,
behalve op die dag dat ik haar metgezel was. Het was een hele sensatie om
naast haar te lopen (in die jaren 1967-1968 was het vreemd om als meisje
altijd in een broek te lopen). Onze jurkjes leken op elkaar, en daarom
denk ik dat wij naast elkaar liepen.
Na
de hele ceremonie gingen we weer huiswaarts. Daar stond een hele lange
koffietafel opgesteld met allemaal stoelen eromheen. De hele familie was
uitgenodigd, en ik voelde me een bevoorrecht mens.
Ik
kreeg veel geschenken, en twee zijn er mij bijgebleven. Van mijn
lievelingstante en oom kreeg ik eindelijk mijn houten stelten, die
natuurlijk meteen werden ingewijd. En een ‘prentenplaatjesschilderijtje’
met het weesgegroet. Maria kreeg een mooi plekje boven mijn bed. Helaas is
het verloren gegaan; ik ben er nog steeds naar op zoek.
Het
hoogtepunt van die dag was dat de juffrouw op visite kwam. Ik zat vol
ongeduld te wachten op juffrouw De Jong, en keek steeds op de klok. Zij
had voor mij ook iets meegenomen. Bij iedereen was ze op visite geweest
die dag.
Ik
zou mijn eerste communiedag nog graag eens overdoen. Al was het maar om
mijn schilderijtje weer terug te krijgen voor mijn kinderen.
Wie
Karina kan helpen bij het vinden van zo’n weesgegroet-plaatjesschilderij
kan contact met haar opnemen: r.kotte@home.nl