Tilburgse
kermis
Pierre
Bogaers
Uit:
Brabantia Nova; Amsterdam 1954;
oorspronkelijk uit de bundel 'Bitonaal'
Het
is weer kermis en als ieder jaar
branden
er duizend lichte lampionnen;
er
zijn weer wafels, rose luchtballonnen;
het
is weer kermis net als ieder jaar.
De
dikste vrouwen van het continent
zitten
als steeds verwaand en lui te breien;
zij
tonen nu en dan hun blote dijen
en
ginds, alleen, lalt weer een dronken vent.
Tussen
de damp van vette oliebollen
eet,
vergenoegd, een kind een suikerkoek
en
bij de grote draaimolen op de hoek
staan
kreupelen die met hun ogen rollen…
Maar
's avonds, toen ik iets bijzonders wachtte,
was
God, de grote spullenbaas plots daar,
Die
heim'lijk met Zijn kleine mensen lachte…
………
Het
is weer kermis, zoals elk ander jaar…