HOME
TEKSTEN
AUTEURS
INTERVIEWS
BRABANTS
SPECIAAL

Kamiel Verwer
Acht gedichten

'' ... en laat mijn liefde zijn als een alomvattende nevel, die de tederheid van wederliefde onthult."


 

Le vieillard

 

Angstwekkend nauwkeurig ratelen uit zijn mond         

de woorden de prothesen van zijn ingrijpen

gerijpt als de rimpels onder zijn huid

 

Gezeten in zijn uiteindelijke zetel

heeft alles wat hij bezigt

iets definitiefs

 

Ogen die nog priemen door hun eigen waas

O eigenaardige laatste traan

 

Ik kan mij niet verplaatsen

in de wereld achter dat gestaar

want zinloos schijnt de levensavond

mij, die verstoten blijft in zichzelf

onder een traag gebaar

 


 

(ongetiteld)

 

Wat is dichten dan samenvatten van ervaren

belevenissen van liefde, dood en pijn

wat anders dan het willen openbaren

dat we eenzaam moeten zijn?

 

En al die gezichten dan die zwetend

zich versmelten welhaast

volslagen verdrinkend en ontketend

alsof de wellust hun verbaast

 

En al die ogen dan die zich richten?

zij richten zich - helaas -

enkel op het stichten van een waas

om hun eenzaamheid in te kunnen richten

 


 

Entree met draaideur

 

Niets behalve die even aangename windvlaag

langs het tafeltje waaraan ik zat

en de kaars die even oplichtte

maar dan weer was zijn schijnsel

die onbewogen dans

als altijd in het glas van de deur

 

Nu draait hij weer

een meisje beweegt zich naar binnen

en die onbenullige kaars

hij verlicht haar gezichtje

als een duivel verlicht hij

de stilte naast haar mond

"deur, draai verdomme door"

dreunde keihard door me heen

het was de kaars, die

binnen in mij al vele jaren scheen.


 

 

De geïnterneerde

 

gekrompen kleiner nog dan

onbeholpenheid kreunt hij op de vloer

van de inrichting de dokter

schudt zijn hoofd en kalmeert hem weer

nog kleiner, rukkend aan zijn haar

de koffie overgietend in een traag gebaar

waar verleden leed even lijkt te ademen

roestig (als een schakelketting op de

    bodem van de zee)

verwasemd tot

niet meer dan standaarden

zijn mond gaat even open en

bruine tanden breken het gekir

    een slechte adem rest.

 


 

 

Twee korte rijmpjes over het dichten:

 

I

 

Dichten is niet avontuurlijk

maar verzinnen wat zo hoort:

gesneden leed is maar figuurlijk

zegt de dichter onverstoord.

 

II

 

Om te dichten moet men doorgaans

ongelukkig zijn van binnen

dat is nog niet bewezen

maar voor het rijmen van de zinnen

kan met het maar beter wezen.

 

 


 

Enkele vertalingen van gedichten uit Rilke's "Buch der Bilder" (Sämtliche Werke, Band I, Insel Verlag, Wiesbaden 1955):

 

Initiale

 

Uit oneindige lust ontspringen

eindige daden als zwakke fontijnen

die tijdig en trillend verdwijnen

Zo wordt ons verzwegen

dat onze vrolijkste kracht is gelegen

waar deze dansende tranen gingen

 


 

Eenzaamheid

 

De eenzaamheid is als een regen

die stijgt van de zee de avonden in en van

vlakten, die onbewoond zijn en afgelegen

gaat ze naar de lucht, waar ze ademen kan

en pas dan valt ze over de stad

 

regent ze neer in de duistere uren,

en als morgen in de bochten van alle straten

de lijven, die zinloos duren

teleurgesteld in treurnis elkaar maar blijven haten

en toch in één bed slapen met z'n twee

 

dan stroomt de eenzaamheid terug in de zee

 


 

Slotstuk

 

De dood is groot.

Wij zijn van hem de

lachende mond.

Als we ons midden in het leven menen,

waagt hij het te wenen

midden in ons.

 

 
TERUG NAAR BEGIN VAN DEZE PAGINA