|
Kamiel
Verwer ''
... en laat mijn liefde zijn als een alomvattende nevel, die de tederheid
van wederliefde onthult."
Le
vieillard Angstwekkend
nauwkeurig ratelen uit zijn mond
de
woorden de prothesen van zijn ingrijpen gerijpt
als de rimpels onder zijn huid Gezeten
in zijn uiteindelijke zetel heeft
alles wat hij bezigt iets
definitiefs Ogen
die nog priemen door hun eigen waas O
eigenaardige laatste traan Ik
kan mij niet verplaatsen in
de wereld achter dat gestaar want
zinloos schijnt de levensavond mij,
die verstoten blijft in zichzelf onder een traag gebaar
(ongetiteld) Wat
is dichten dan samenvatten van ervaren belevenissen
van liefde, dood en pijn wat
anders dan het willen openbaren dat
we eenzaam moeten zijn? En
al die gezichten dan die zwetend zich
versmelten welhaast volslagen
verdrinkend en ontketend alsof
de wellust hun verbaast En
al die ogen dan die zich richten? zij
richten zich - helaas - enkel
op het stichten van een waas om hun eenzaamheid in te kunnen richten
Entree
met draaideur Niets
behalve die even aangename windvlaag langs
het tafeltje waaraan ik zat en
de kaars die even oplichtte maar
dan weer was zijn schijnsel die
onbewogen dans als
altijd in het glas van de deur Nu
draait hij weer een
meisje beweegt zich naar binnen en
die onbenullige kaars hij
verlicht haar gezichtje als
een duivel verlicht hij de
stilte naast haar mond "deur,
draai verdomme door" dreunde
keihard door me heen het
was de kaars, die binnen in mij al vele jaren scheen. De
geïnterneerde gekrompen
kleiner nog dan onbeholpenheid
kreunt hij op de vloer van
de inrichting de dokter schudt
zijn hoofd en kalmeert hem weer nog
kleiner, rukkend aan zijn haar de
koffie overgietend in een traag gebaar waar
verleden leed even lijkt te ademen roestig
(als een schakelketting op de
bodem van de zee) verwasemd
tot niet
meer dan standaarden zijn
mond gaat even open en bruine
tanden breken het gekir
een slechte adem rest. Twee
korte rijmpjes over het dichten: I Dichten
is niet avontuurlijk maar
verzinnen wat zo hoort: gesneden
leed is maar figuurlijk zegt
de dichter onverstoord. II Om
te dichten moet men doorgaans ongelukkig
zijn van binnen dat
is nog niet bewezen maar
voor het rijmen van de zinnen kan
met het maar beter wezen. Enkele
vertalingen van gedichten uit Rilke's "Buch der Bilder" (Sämtliche
Werke, Band I, Insel Verlag, Wiesbaden 1955): Initiale Uit
oneindige lust ontspringen eindige
daden als zwakke fontijnen die
tijdig en trillend verdwijnen Zo
wordt ons verzwegen dat
onze vrolijkste kracht is gelegen waar deze dansende tranen gingen
Eenzaamheid De
eenzaamheid is als een regen die
stijgt van de zee de avonden in en van vlakten,
die onbewoond zijn en afgelegen gaat
ze naar de lucht, waar ze ademen kan en
pas dan valt ze over de stad regent
ze neer in de duistere uren, en
als morgen in de bochten van alle straten de
lijven, die zinloos duren teleurgesteld
in treurnis elkaar maar blijven haten en
toch in één bed slapen met z'n twee dan
stroomt de eenzaamheid terug in de zee Slotstuk De
dood is groot. Wij
zijn van hem de lachende
mond. Als
we ons midden in het leven menen, waagt
hij het te wenen midden
in ons. |
||||||||
TERUG NAAR BEGIN VAN DEZE PAGINA |