|
Jeroen van Wilgen
- Tot onder de bemoste huid
FOTO:
TONY ZEEUWE
De
rijke Jongeling
Verdwaald
zit hij neer
op
de rug van een boog,
betastend
de kruik
met
blindgestaard oog.
Hij
ging met zichzelf
en
een kruik vol goud
op
reis naar het land,
dat
zijn droom had aanschouwd.
Hij
zag een profeet,
de
Messias gelijk
en
vroeg hem de weg
naar
het hemelrijk.
Geef
uw geld aan de armen
en
volg mij na.
Mijn
koninkrijk ligt
voorbij
Golgotha.
Bedroefd
ging hij heen,
het
goud in zijn hand
te
zwaar voor de tocht
naar
het uiterste land.
Hij
staart voor zich uit
tussen
torens en tijd,
door
duivels bespot,
door
rijkdom misleid.
|
Zeeuwe
26-2. |
TERUG
NAAR BEGIN VAN PAGINA |
|
|