De
blinde Fluitspeler
Zijn
vingers tasten feilloos
langs
het warme hout,
waarvan
hij vroom het mondstuk
aan
zijn lippen houdt.
Wie
kuste eens zijn knevel,
zijn
ogen, mond en baard?
Wat
tilt zijn fluitend dromen
tot
boven deze aard?
Zijn
lied verraadt zijn wezen:
een
ingetogen nacht,
en
aldoor dieper inzicht
dat
ginds de morgen wacht.