Satan
en de nar
Satan
pijpt de dubbelfluit
van
schijnschoon en verdriet,
blazend
op een doedelzak
zoals
men zelden ziet.
Die
zak is als een leren long
en
Satan inspireert
tot
doen en laten wat de mens
diep
in zijn hart begeert.
Of
is die Satan eer een nar
met
rechts en links een oor,
wijs
en dwaas naar goed en kwaad,
wat
ik hem fluiten hoor.
Speelt
hij op zijn tweelingfluit
van
vreugde en verdriet,
kijkend
met spotlustig oog
naar
ongekend verschiet?
Nar
en Satan, twee in een,
hoog
op een mensenrug.
Schoon
en schijnschoon, goed en
kwaad:
steeds
keert het terug.