INHOUD GESCHREVEN STAD
HOME

TEKSTEN

AUTEURS
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Geschreven stad

St. Josephstraat - door Hans Renders

 

Aan de St. Josephstraat zou een textielfabriek gesloopt worden. Daarom wilde ik er op een zondagmorgen foto’s van maken. Maar ik kwam Tobias Martin tegen. De nacht ervoor was het laat geworden in het café. Tobias was daar ook tot vier uur 's morgens geweest. Staande op een gammele tafel droeg hij de scène voor uit de rechtszaak tegen Oscar Wilde, die wegens homoseksuele contacten met zijn vriend Bosey de gevangenis in moest. De aanklager nam met walging een liefdesbrief van Wilde aan Bosey ter hand en begon eruit voor te lezen. "How can a writer write such things", vroeg hij retorisch aan Wilde. "Only a writer can write such things," antwoordde Wilde.

Tobias kende dit soort passages uit zijn hoofd, zoals hij veel uit zijn hoofd kende. Regelmatig zag je in Vrij Nederland, The Washington Post of in een schaaktijdschrift ingezonden brieven waarin Tobias correcties op de wereldgeschiedenis gaf. De ene keer wilde hij laten weten dat de een of andere Russische schaakgrootmeester niet op 5 maart 1883 een partij had verloren nadat hij een zwarte kat had zien lopen, maar op 6 maart van dat jaar; een andere keer wist Tobias te melden dat iemand ten onrechte had geschreven dat John F. Kennedy had gezegd Marylin Monroe 'attractive' te vinden, dat moest 'cute' zijn.

Tobias was heel precies in die dingen. Misschien was het een compensatie voor het feit dat hij door zijn Amerikaanse ouders verstoten was omdat hij een te laag IQ had om lid te worden van een internationaal gezelschap van 'very intelligent people'. Tobias mocht graag het verhaal vertellen dat zijn vader in de jaren vijftig naast een jongen woonde, die indruk op hem had gemaakt vanwege zijn 'bovenmenselijk domme opgeblazenheid, terwijl hij toch heel slank was'. Die jongen bleek James Dean te zijn geweest.

Hoewel Tobias de ambitie had om receptionist in een bordeel te worden, bracht hij het niet verder dan corrector en typist van de vertaling van het wereldberoemde boek Montaillou van Emanuel le Roy Ladurie. Niet alleen liet hij een curieus œuvre achter als schrijver van ingezonden brieven, ook heeft hij in de Nederlandse vertaling van Montaillou een spoor achtergelaten. In dit boek, dat in de Middeleeuwen speelt, laat hij op een gegeven moment iemand roepen: "Dokter Freud, telefoon voor u." Tobias had dit zinnetjes op de zetproef weten te smokkelen.

We keken elkaar verbaasd aan daar in de St. Josephstraat, temeer omdat we elkaar nog maar een paar uur daarvoor in redelijke dronkenschap nogal absurde verhalen hadden zitten vertellen. Tobias mompelde maar wat toen ik hem vertelde dat ik graag gebouwen fotografeerde die te groot zijn om in één blik te kunnen vatten en daarom door bijna niemand opgemerkt worden. Hij bekende dat hij een hond had die hij elke zondagochtend uitliet als er nog niemand op straat was. Zijn verhaal klonk normaal maar was beslist gekker want ik was vaak genoeg bij hem op bezoek geweest om te weten dat hij geen hond had. "Toch is het zo", mokte hij. "Ik hou het niet alleen geheim omdat ik officieel tegen huisdieren ben, maar ook omdat ik geen strijkbout heb om hem er toonbaar uit te laten zien." Hij stond mij toe hem en zijn lappen hondje te fotograferen, mits ik hem mijn strijkbout uitleende.