Niemand kent nu nog het Schaepmanplein in
Tilburg, want het bestaat niet meer. Jaren geleden, op 1 oktober 1969,
werd die mooie naam veranderd in Horversplein. In de zomer van 1982 zijn
alle huizen van het plein gesloopt en vervangen door nieuwbouw.
Jammer, dat u het echte Schaepmanplein
niet gekend hebt. Ik ben er geboren en was er altijd heel gelukkig bij
onze pa en ons moeder thuis. Het plein was niet zo deftig - het lag
immers áchter de kerk. Voor de kerk lag het Theresiaplein met wellicht
heel wat meer allure. "Wonde gij veur of aachter de kerk?" In
deze in oktober 1997 gesloten Theresiakerk worden nu stadsvilla's
gebouwd! Door het parochiebestuur werd eerst nog de kruisweg vernield.
Een stukje van de achtste statie, 'Jezus troost de wenende vrouwen', heb
ik nog kunnen weghalen.
Ons plein, zo noem ik het maar, door
zijn vorm, nu nog, onmiddellijk op elke luchtfoto van Tilburg te
herkennen, had plantsoenen met gras zo groen, en perken uitgespaard, die
gevuld werden met de prachtigste bloemen. De randen van het gras werden
vlijmscherp bijgesneden, het zand geschoffeld en geharkt. Kom daar nu
nog eens om.
Rondom de plantsoenen was een hek
geplaatst, ongeveer een meter hoog, zodat honden, die er toen nog niet
veel waren, werden geweerd, en kinderen, die er des te meer waren,
slechts snel en stiekem hun voetbal, als die eens over het hek kwam,
ophaalden. En dan maar hopen dat er geen politieman langskwam, op de
fiets natuurlijk.
Voor bijna elk huis om het plein stond
een acaciaboom, die in de herfst behalve zijn blad ook honderden
twijgjes liet vallen, waarvan wij bezems bonden.
's Zondags, in de zomer, kwam de
ijscokar van de CTM ons plein oprijden. Elke dag de bakker met een
trekhond voor zijn kar. De melkboer met paard en wagen; een
aardappelboer met zijn huifkar. Groenteboer Hesselberth van vader op
zoon; de galanteriekar; een bruine pater; en 's zaterdags de man met de
kneukels, die schreeuwen kon alsof 'zunne kop ervan af werd gedaan', zou
ons moeder zeggen.
Iedereen kende elkaar, en vooral in de
oorlogsjaren deelde men alle lief en leed. We waren allemaal even rijk
en even arm; vooral dat laatste.
Ik herinner mij de gewone, gezellige en
vriendelijke mensen. Onze buren, de postbode en de bakker. Een
uitvoerder, een dessinateur, kantoorbediende, wever, een offsetdrukker,
en heel wat spoormensen die op 'den Atelier' werkten.
Samen met de vrouwen, onze moeders, die
gewoon heel de dag thuis werkten, en de kinderen, tekenden wij allemaal
samen voor een sfeer die ik nooit vergeten zal. Rond het plein trok
regelmatig de processie. Zingend. Hosanna! Het leek of op het
Schaepmanplein de hemel al begonnen was. Bouwpastoor Mutsaerts werd de
nieuwe bisschop van Den Bosch. Wat waren we trots! We kwamen de oorlog
door, gingen dikwijls de boer op, verstopten onze fiets in de kelder en
het koper in de grond. En elke nacht kwamen de Tommies overvliegen naar
Duitsland en weer terug. Een enkele keer een Duitse wagen over ons
plein. Voor op de spatborden twee soldaten, het geweer voor de borst.
Zij hoorden niet op ons plein.
Toen we op 27 oktober 1944 bevrijd
waren met de hulp van Peerke Donders, versierden wij onze huizen, werd
er muziek gemaakt en gedanst. Eén grote familie. Engelsen en Canadezen
ingekwartierd. Heel erg spannend. Weinig school, wel soldaten met tanks
en jeeps, chocolade vangen of een sigaret voor onze pa. Gelukkige jaren
gaan snel voorbij.
De naam wordt veranderd: Horversplein.
De huizen worden gesloopt. Dan is alles voorbij.
Toch ga ik nog wel eens naar het
Horversplein, ons plein van vroeger, en blijf ik even stilstaan op de
plek waar nummer 17 is geweest.
Hier ben ik geboren, zes jaar voor de
Tweede Wereldoorlog; en dat was geluk hebben!
|