Gerard de Croon
Wapperende
togen 2
Een
kroniek van ervaringen met en herinneringen aan de fraters van Tilburg
Hoofdstuk
2
Hypnose
en sport: Frater Wibertus en frater Ermericus
In
klas 2 had ik geen frater maar een lekenonderwijzer, de heer J. Proost,
en hoewel een bijzonder iemand, hoort hij niet in dit geschrift thuis.
Geen wapperende toog immers.
Nee,
ik schrijf over de volgende frater met wie ik te maken kreeg. Dat was
frater Wibertus. Hij was mijn onderwijzer in de derde klas in het
schooljaar 1944-1945.
Prentje dat frater
Wibertus aan zijn leerlingen gaf bij zijn vertrek naar Curaçao. |
Maar
eerst iets over de omstandigheden van die dagen. Vanaf eind 1943
stond het onderwijs op de St. Janschool op een laag pitje. De
Duitse bezetter had de school gevorderd en daardoor was er geen
sprake meer van gewoon naar school gaan. Er werd
geïmproviseerd. Zo heb ik o.a. les gehad in een
fabrieksmagazijn van George Dröge en in een opslagruimte van de
Fa Meijs- van Gorp in de Houtstraat. En dat niet eens hele
dagen. Er waren veel kinderen en weinig noodruimtes. Dus moest
er in groepen lesgegeven worden.
Frater
Wibertus was een man die voor zover ik me herinner, geen
bijzondere dingen heeft gedaan maar hij is in mijn herinnering
gewoon een aardige en vriendelijke man die op een prettige
manier lesgaf. Eén bijzonder voorval herinner ik me nog wel.
Dat moet gebeurd zijn in het voorjaar van 1945. Hij stond op een
dag voor de kartonnen wand van ons ‘lokaal’ in het magazijn
van de firma Meijs - Van Gorp in de Houtstraat en hij begon over
het onderwerp hypnose. |
Ik
vond het heel interessant en was benieuwd naar wat hij zou doen. Hij
beweerde namelijk dat hij ons kon hypnotiseren. Wij moesten onze handen
vouwen alsof we gingen bidden. Hij spoorde ons aan onze vingers erg
stevig in elkaar te knijpen en ondertussen keek hij ons allemaal om de
beurt doordringend aan. Hij zei dat wij op een teken van hem onze handen
van elkaar moesten losmaken. "Je zult ontdekken dat je dat niet
kunt." De spanning steeg. Ik deed gehoorzaam wat de frater ons had
gevraagd en wachtte op het moment waarop de kracht van de hypnose
merkbaar zou worden. De frater telde af: "Een ......., twee ......,
drie ... los! " Tot zijn en onze teleurstelling lukte dat bij alle
leerlingen. Jammer, hij had dus toch niet de hypnotische gaven die hij
zichzelf vermoedelijk had toegedicht. Het was trouwens zo’n aardige
onderwijzer dat niemand hem de mislukking kwalijk nam.
Ook
klas 4 – de klas van frater Wibertus – moest op de foto toen frater
Aurelio naar Curaçao vertrok.
Zeven
jaren later, in 1952, werd frater Wibertus door zijn congregatie
uitgezonden naar Curaçao. Hij poseerde bij die gelegenheid in een witte
fratertoog voor de fotograaf en liet de foto afdrukken op een
afscheidsprentje voor de leerlingen van de St. Janschool. Daar stond ook
op vermeld dat zijn "naam in de wereld" A. Rietman was. Ik was
toen al van school af, maar er zaten nog 5 van mijn broers op de school.
Ik bleef daardoor erg betrokken bij wat er op de St. Janschool gebeurde.
Pas
in 1995 zou frater Wibertus weer naar Nederland terugkeren. Hoe het hem
verder vergaan is, is me onbekend.
Frater
Ermericus
Over
hem schreef ik al in Metselspecie en ik neem dat deel hier in
zijn geheel over:
"
In klas 4 kwam ik bij frater Ermericus. In klas 6 zou ik hem weer als
onderwijzer hebben. Hij was een man met een klein postuur: hij zal niet
veel groter dan 1 m. 65 zijn geweest. Maar het was een onderwijzer met
veel talenten. Zijn uitstraling was die van een vitaal, opgewekt iemand
met belangstelling voor zijn leerlingen. Wat hem bij de leerlingen van
de hele school enorm populair maakte
was zijn handbalcompetitie. In het ochtendspeelkwartier waren er bijna
elke dag wedstrijden in vakken die met krijt waren aangegeven op de
speelplaats. Voor mijn gevoel was die plaats enorm groot. Er stonden
lindebomen aan beide lange zijden van het schoolplein en die waren
meteen ook geschikte oriëntatiepunten voor de speelvakken. We werden
ingedeeld in teams die de namen hadden van voetbalclubs uit Brabant.
Natuurlijk Longa en Willem II, maar ik herinner me ook BVV, SET, RKTVV
en ZIGO. Hoewel er in mij geen sportman verloren is gegaan, vond ik die
handbalwedstrijden bijzonder spannend. Ik keek er echt naar uit. Ik was
snel en ik kon tamelijk goed vangen, dus ik was geen blok aan het been
in mijn team. De uitslagen werden door frater Ermericus op een groot wit
karton genoteerd en voor het raam van klas 7 opgehangen. We hebben daar
heel wat voor- en nabeschouwingen ten beste gegeven. Nee, met een man
als frater Ermericus verveelde je je niet gauw op school. In de klas
zorgde hij voor een goede sfeer. Hij lachte gemakkelijk en kon veel
verdragen. Toch was hij veeleisend. Je moest echt je best doen om netjes
te werken, je sommen keurig op te schrijven enz. Maar hoe weinig of
hoeveel er ook geleerd werd in de klas met van die ouderwetse banken met
inktpotjes en inktlappen, we hoefden NOOIT huiswerk te maken. Ik heb dat
altijd zeer gewaardeerd. Het enige wat we thuis moesten doen was elke
week enkele katechismusvragen en antwoorden leren en dat ging me heel
gemakkelijk af. Voor de rest moest je in de klas maar goed opletten en
dan leerde je heel veel b.v. over de geografie van Nederland en Indië
aan de hand van grote blinde kaarten en de geschiedenis van Nederland
aan de hand van grote wandplaten.
Frater
Ermericus is in Tilburg later nog een heel bekende man geworden als
promotor van het onderwijs aan kinderen met leer- en
opvoedingsproblemen. Men heeft zelfs een LOM-school naar hem genoemd, de
Frater Van Gemertschool.
Op
een regenachtige avond in de jaren 70 is frater Ermericus van Gemert op
zijn brommertje aangereden en aan de gevolgen ervan is hij later
overleden, naar ik heb gehoord. Een wel heel droevig levenseinde voor zo’n
bruisende man."
Noot
van de auteur (dec. 2002): De informatie in de laatste alinea blijkt
niet te kloppen, zoals ik onlangs hoorde van een vroegere collega van
frater Ermericus. De frater heeft wel een aanrijding gehad, maar van de
gevolgen daarvan is hij redelijk hersteld. Het heeft wel een ongunstige
invloed gehad op zijn algemene gezondheidstoestand.