Vroeger
begon elke pastoor zijn zondagse preek met een Latijnse zin. Meestal was
dat een bijbelcitaat. Trouwhartig vertaalde hij de zin daarna in het
Nederlands voor zijn niet in het Latijn geschoolde schapen. Waarschijnlijk
probeerde hij op deze manier de aandacht van de kerkgangers te trekken en
de indruk te wekken dat hij met iets belangrijks voor de dag zou komen.
Latijn was voor katholieke kinderen – en volwassenen - tegelijkertijd
geheimzinnig en vertrouwd. Geen wonder dat uitgevers van prentjes de truc
met het Latijn ook toepasten. Er zijn nogal wat prentjes geproduceerd met
een onderschrift in het Latijn.
In
deze aflevering laat ik twee van zulke prentjes zien.
Het
prentje van afb. 1 is niet gedateerd en het heeft ook geen tekst op de
achterzijde. Het tekentje linksonder en de aanduiding S 1153 ½ helpen me
niet verder om de herkomst vast te stellen. Het lijkt me te passen in de
periode van ca 1900 tot 1920 gezien het goudkleurig omkaderde beeld en het
gebruik van boomblaadjes daarbij. Een onschuldig goudblond meisje met
lange vlechten, een rose haarlint en een wijdvallend blauw gewaad vouwt
devoot haar handen en richt haar blauwe kijkers hemelwaarts. De tekst
onder het prentje komt volgens de tekst uit psalm 100. ( C=100) Bij nader
onderzoek blijkt dat – net als bij een eerdere aflevering in deze serie
- de nummering niet overeenkomt met de huidige. Deze psalm is nu te vinden
als psalm 101. Voor de aardigheid laat ik drie versies volgen van de
vertaling van het onderschrift. Volgens het Nederlands Bijbelgenootschap
moet het zijn : Ik wandel in oprechtheid mijns harten (in mijn huis).De
Statenbijbel spreekt van Ik zal in het midden mijns huizes wandelen, in
oprechtigheid mijns harten en de Nieuwe Bijbelvertaling ( NBV) maakt
ervan: Ik handel met een zuiver hart, (ook in
mijn paleis).
Mij
valt op dat in de laatste vertaling wandelen stilletjes is
overgegaan in handelen. Waarschijnlijk vonden de medewerkers aan de
NBV inspiratie in de Nederlandse uitdrukking handel en wandel.
Het
prentje van afb. 2 is beter te situeren. In de tekst achterop heb ik
gelezen, dat dit een herinneringsprentje is voor Zuster Erintrudis ter
gelegenheid van haar eeuwige professie bij de Franciscanessen in Oirschot
op 5 mei 1943. Ik heb op Internet ontdekt dat zuster Erintrudis leefde van
1916-2004. (Zie noot hieronder.)
De
uitgave is kerkelijk goedgekeurd ( eccl.prob.) en het is een reproductie
van een werk van M. Spötl, ongetwijfeld een geestverwant(e) van Zuster
Maria Innocentia Hummel (1909-1946) die soortgelijke prentjes maakte.
De
tekst in het onderschrift is niet terug te vinden als een citaat uit b.v.
de bijbel of een ander belangrijk geschrift. Ook als niet-latinist durf ik
het toch aan een vertaling te suggereren: Kom, geef me alsjeblief je
hand, verzoen je ! en de vrede des heren zal bij je zijn.
Het
kindje Jezus – te herkennen aan het aureool - wordt hier voorgesteld als
een bemiddelaar tussen twee kinderen die het kennelijk niet goed met
elkaar kunnen vinden.
Misschien
hebben de oorlogsomstandigheden ertoe geleid dat Zuster Erintrudis koos
voor een afbeelding die duidelijk partij kiest voor bemiddeling bij
twisten.
In
de volgende aflevering komen er nog een paar voorbeelden van prentjes met
een onderschrift in het Latijn.
Noot
Marie
Cornelia (Marie) (alias Zuster Erintrudis) van den BARSELAAR, geboren
29-08-1916 te Wassenaar en overleden op 03-07-2004 te Oisterwijk,
Noord-Brabant op 87-jarige leeftijd. Begraven op 07-07-2004 St.
Katharineberg, Oisterwijk, Noord-Brabant. (http://home.casema.nl/barselaar/genealogie.htm)
Bronnen
o.a.
http://www.nbv.nl/
http://www.bouwebrouwer.nl/vulgata/vulgata_vt_psalmorum_lxx.html
|