|
|
DD
= Dames Dubbel
(Geux en Koogje)
GEUX:
ZEG HET, MET BLOEMEN…
Een ongeluk, is pas een
ongeluk wanneer er Nederlanders bij betrokken zijn. Een brand, is pas een
brand, wanneer Nederlanders verassen. Een vliegtuigcrash, is pas een crash
wanneer Nederlanders niet aan een parachute naar beneden komen zweven.
Geen berg te hoog, zolang Nederlanders fluitend en in ganzenpas
zongebruind de finish bereiken. Geen
oorlog, zolang er geen Nederlandse militair te betreuren valt.
U mag na iedere zin, zelf
een vraagteken plaatsen…
Helaas,
tellen wij – Nederlanders – nu dan toch werkelijk mee. Alsof iemand,
ergens - van Wad tot Schelde, van Den Helder tot Vaals, oprecht, tot
in het diepst van zijn ziel serieus bedacht had dat de Jongens en Meisjes
van Jan de Wit bullitproof zijn en daardoor ongeschonden, slechts
‘dienstverlenend’ aan het Irakese avontuur en het Verdriet van
Franeker zouden ontsnappen.
Ik
weet niet wat ik met een oorlog moet, ik heb het nooit geweten.
Wanneer mijn broers zich
begonnen te scheren en zich bescheiden besprenkelden met aftershave,
kreunde mijn vader dat moeders hun dochters vanaf nú beter binnen
konden houden.
Bij ieder bericht van
oorlog, waar ook ter wereld, kreunde mijn moeder even hard dat a l l e
moeders hun zonen zwaar huisarrest hadden moeten geven.
Ik deel haar mening:
ik zet ze ook liever met één been in gewapend beton, dan dat ik ze
bewapend ten strijde zie trekken – de grote wereld is zo al eng en
gevaarlijk genoeg.
Het voornemen, om met mijn zonen de trieste restanten van Europese
slagvelden te bezoeken, heb ik maar ten dele uitgevoerd. Ben ikzelf onder
de indruk van de Normandische landingsstranden, van alle meer afgelegen
kleinere oorlogskerkhofjes van Canadezen, Duitsers, Polen, Engelsen en
Italianen tussen de plooien van de Franse en Belgische heuvels – klimmen
mijn kinderen gepassioneerd op elk kanon en op iedere tank die ze
tegenkomen. Het kanonnenhoofd op Point du Hoc (met kraterachtige
bominslagen) is inmiddels zwaar begroeit met groen gras en volgens hen is
het een decor van de Teletubbies. De jongste ontdekt een gangenstelsel dat
de bunkers onderling met elkaar verbind, en speelt: konijn. Verdun,
met zijn triest realistische oorlogsfilm-documentairische
inlichtingencentrum – midden in de
desolate bossen van Noord Frankrijk, sla ik iedere keer maar helemaal
over.
Omdat mijn zonen oorlogszaken ánders zien, dan hun moeder.
Wanneer ik samen met de
kinderen naar ‘Saving Private Ryan’ kijk, haak ik in de negende minuut
al af vanwege de Amerikaanse soldaat die met zijn wapen en darmen naast
zich, alleen nog maar om zijn moeder roept.
“Gem,” zuchten de kinderen, gestoord door mijn reactie van handen voor
de ogen slaan en richting keuken lopen, ” het is maar een f i l l u m
!”
Waarop ik diep ongelukkig antwoord, dat dít dan wel een film kan zijn –
maar de waarheid minstens even gruwelijk is. Hun opmerking: “Er zit écht
humor in de rest van de film hoor!”
die ik er pal achteraan krijg, maakt niets meer goed. Ze saven
Private Ryan verder zónder mij.
Een
van de zeldzame keren dat ik met de oudste naar de bioscoop ‘mocht’,
dacht ik mij aan de executie van de hoofdrolspeler te onttrekken, door net
vóór het moment suprème richting toilet te gaan.
(In een gemiddelde bioscoop, heb je geen ‘vluchtplaats’ zoals een
eenvoudige keuken…de vingers in de oren, het geluid áf, de ogen
dichtknijpen en hard neuriën, kán natuurlijk al helemaal niet…)
Omdat ik me de afstapjes
van de bioscooptrap niet meer herinnerde, die bij het bestijgen van
zo’n trap veranderen in ópstapjes en daardoor met veel geweld breeduit
in het middenpad beland – heb ik iedere aanwezige de climax van
de film ontnomen. Moedercensuur, zonder kwade opzet.
Oudste wil nóóit meer
met mij naar de cinema…
Mijn
opmerking dat beweerd wordt dat iedere bloeiende klaproos in
Frankrijk, het ontzielde lichaam van één gevallen soldaat verbeeld, van
welke zijde dan ook (dat maak ik ervan, de Engelsen hebben daarop
geen exclusief-recht vind ik) –
is het enige dat wél indruk maakt.
Want:
“Gem, het zijn er wel véél hè, …klaprozen…” hoor
ik vanaf de achterbank.
“Ja jongen, héél érg véél – en die jongens, die hadden
allemaal vaders en moeders, broers en zussen – waren zélf vader, hadden
zélf kinderen…gingen naar school, of hadden een baan – hun zwemdiploma gehaald en alle, alle, alle stomme
proefwerken overleefd…” En
nu, liggen ze hier.
Zoveel
verdriet in de wereld.
Ieder klaverblaadje en
iedere zandkorrel, staat voor tranen.
Klaprozen groeien
overal…
KOOGJE:
Goeike.... Het is heel
ontroerend. Ik had het écht niet beter kunnen verwoorden. En er zijn nog
zoveel ellendige dingen die mijn verstand te boven gaan.
Met name die dingen, die we elkaar aandoen. Niemand is ervan
gevrijwaard.
In ieder van ons schuilt een slechte kant die tot vreselijke dingen in
staat is. Heldendaden en het uitvoeren van beestachtige misdaden lijken
ver uit elkaar te liggen.
Maar niet op de momenten van de uitvoering ervan.
Wordt het beest dan op dat moment niet vaak als een held gevierd?
Goed en kwaad.
Al deze dingen vertroebelen als er situaties ontstaan die heel ver van de
ZIN af komen te staan.
Dan treedt de waanzin in. De waarheid komt altijd later bovendrijven.
Later komt het besef. Te laat. Helaas.
En het gaat maar door ...
En de wereld draait maar door....
En "de mens" maakt er een puinhoop van. Steeds maar
weer.
De hypocrieten vieren hoogtij, doen zo nu en dan weer even het boetekleed
aan. Ondertussen staan er weer "nieuwe" figuren met jammerlijk
verwrongen geesten te trappelen om hun slag te slaan.
In Naam van wie dan ook.....
En wáár bedankt de Paus Nederland telkens weer voor?
....Précies.... Voor de mooie bluuhmen, uit Nederland.
|
|