DD
= Dames Dubbel
(Geux en Koogje)
Koogje:
TERREUR!
Het ziet er naar uit dat het nu
e i n d e l i j k gelukt is om een aantal terroriserende rekels flink af
te troeven.
Onder luid geschetter, streken ze in het vroege voorjaar op ons dak neer.
Ze waren erg in hun nopjes met hun nieuwe stek. Wij echter een heel stuk
minder. Maar dat beseften we toen nog niet.
Totdat onze straat bezaaid lag met hele plukken isolatiemateriaal.
‘s Ochtends in alle vroegte: Pa Roek en Ma Roek beginnen bij het krieken
van de dag aan hun missie. Wat een kabaal! Ze lijken wel een drilboor te
hanteren. Hun noeste arbeid wordt flink ondersteund door een hoop gekrijs.
We horen duidelijk dat ze aan de sloop van ons dak begonnen zijn.
Dit pikken we natuurlijk niet!
Manlief gaat naar het zolderraam en laat ze schrikken. Onder
verontwaardigd gekras vliegen ze weg. Om even later weer doodleuk op ons
dak neer te strijken.
Manlief herhaalt dit ritueel enkele malen per dag. Maar ze malen er niet
om. Het lijkt écht onbegonnen werk om die donderstenen te verjagen.
Dus wordt er uiteindelijk een ladder gehaald om eens polshoogte te gaan
nemen. Het is niet te geloven, maar er blijkt een groot
g a t onder de
dakpannen te zitten. Ze hebben er écht werk van gemaakt. Maar wij zijn
ook niet voor één gat te vangen. Dit laten we niet op ons zitten. Zijn
ze nou helemaal van de ratten besnuffeld?
De oplossing denken we te
vinden in een soort spuitschuim dat PUR genoemd wordt. Als het gat met
schuim gevuld wordt, dan heeft het voor die slopers geen nut meer denken
we...
Ja, dat had je gedacht! Nog geen dág later gaan onze belagers weer flink
aan de slag en ligt binnen de kortste keren onze oprit vol met stukken van
dat inmiddels opgedroogde schuim.
Ik begin nu toch écht een hekel te krijgen aan die zwarte krengen.
Ik houd veel van vogels. Maar niet van slopende vogels op mijn dak.
Die klieren komen gewoon doodleuk ons territorium binnen dringen.
Oplossing 2 dient zich aan: er
moeten stenen in het gat gestopt worden.
Terwijl daar aan gewerkt wordt zitten Pa en Ma Roek een eindje
verderop de zaak met grote interesse gade te slaan. Zo nu en dan cirkelen
ze rond en kijken met hun priemende pientere oogjes naar het mensenwerk.
Ze zijn duidelijk geïrriteerd, omdat wij hun werkterrein betreden.
Dat laten ze ons duidelijk horen ook.
”Ja krijsen jullie maar, stelletje
herrieschoppers. Het is verdorie wel ONS HUIS hoor! “ roepen we terug.
En wéér blijken ze niet onder de indruk te zijn. We hebben het hen wel
moeilijker gemaakt, maar zeker niet ondoenlijk. Dat blijkt de volgende
ochtend als ze hun levenswerk hervatten.
Bijna, ja bijna worden we radeloos.
”Gaas,” zegt
manlief “ik ga gaas
halen”. En dát lijkt te helpen. Want dat ijzerdraad werkt ze blijkbaar
voldoende op hun zenuwen. Het zit te veel in de weg. Gelukkig! Ze hebben
het opgegeven.
Ze zijn nu één huis o p g e s
c h o v e n. De buren zijn oh zo blij verrast met hun bezoek.
Links en rechts komen er ladders en emmers de schuurtjes uit…
’s Avonds zitten we heerlijk
rustig voor de TV.
Beginnen ze op het nieuws wéér over terreur. Hou toch op zeg!
Het is moeilijk, ik weet het,
écht waar.
Maar heren politici: waarom bedenken jullie nu zelf ook niet eens ’n
effectieve (en vooral geweldloze) oplossing?
GEUX:
Ge ziet ze liever vliege, ge
wilt ze himmel nie onder de panne helpe?
Ziede gij ut al veur oe: de
hille wèèreld vol mee PUR en gaos?
In Israël hebbe ze oe allang
geheurd medje. Die bouwe un hil muur van de Gamma!
Kilometers,
kilometers lang… Ze kitte ut bekaant naodloos spatwaoterdicht...
Grens Mexico / VS,
Guantanamobay: Gamma, dè zeg ik: hekke, stroomdraod, waoter dur tusse -
veur ut rustgevende effect zeker? Ut lekt wel uit unne folder van
Intratuin. Hil medern…
En dè gao goed? D a o r o m
komt dè zowè elke aovond op jullië tillevisie?
Je kunt je afvragen, wie
eigenlijk wie - in de weg
zit.
Is jullie territorium,
eigenlijk niet:… ook hun territorium?
Ik heb makkelijk kletsen.
Wij hebben geen pannen op ons huis, wél op de schuur maar daar zit geen
isolatiemateriaal onder. Hier valt dus niets te halen.
Hele volksstammen roeken
vliegen over ons dorp. In de vroege ochtend waaieren ze uit, om vlak voor
zonsondergang luid roepend weer terug te keren naar hun hoge flats in oude
eiken en kastanjebomen.
Het zijn volgens mij van die
dagjeslieden: waarschijnlijk vreten ze in de wijde omtrek de velden leeg
– of ondernemen pogingen daartoe. Wij zien nog wel eens dat er boeren
zijn die geschoten kadavers van roeken en kauwen hoog opgebonden aan
rechte stokken als afschrikwekkend voorbeeld boven hun land laten
bungelen. Wat toch barbaars overkomt…
De familie Roek is min of
meer gedwongen om jullie toe te staan, deel uit te maken van hun biotoop.
Voor wat, hoort wat.
Gooi er een rol steenwol tegenaan en leg die open en bloot op de oprit of
op het dak van het schuurtje. Als een gebaar van goodwill, vriendschap en
samen delen.
De merel vreet hier mee van
de kattenbrokjes, hele generaties Merel zijn er in onze wijk al mee
opgegroeid. Als de bijkeukendeur te lang dicht blijft, gaat meneer Merel
boos op de pergola zitten schetteren.
De reiger vliegt likkebaardend
over de nieuwe vijver: zijn eigen Macfly-in!
Je hoort het hem bijna denken,
op iedere vleugelwiek: samen delen, samen delen, samen delen...
Ach, de
n a t u u r hé?
Eej, witte gij, detter
dakpanne zen, speciaol veur zwaoluwe – en hangkaaste veur vleermùize?
Meschient
bestaoter ok wel zoiets mee stoffering veur roeke! God wit…
Reactie aan DD mailen? Verstuur uw
bericht door HIER te klikken.
|